vrijdag 30 mei 2008

In de bowling

Meestal vrolijkheid troef hoor, in de bowling. Maar toen ik er laatst kwam ( ik moest er zijn, i.v.m. een kinderfeestje) , hoorde ik in het groepje naast me zuchten:
'Ik voel me soms als een bowlingbal die per ongeluk op de aangrenzende baan is gegooid. Het maakt niet uit of het een Strike wordt of niet. Een succes kan het toch nooit meer worden' Zijn toehoorder knikte bedachtzaam

Mijn God!De Deproos hadden een uitje!

Hees en kortademig klonk uit de mond van een 40-er met een te krap t-hirt: ‘Als ik op een tochtig perron op de trein wacht, en ik steek een shaggie op, komt er een controleur naar mij toe, en die wijst dan op een rond bordje met een rood randje’.

Nog wat onverstaanbaars werd gezegd

Elke keer als er uit het gezelschap ene Leon aan de beurt was, zei ie:'Nou,'t Zal wel weer niks worden'

Op zich gooiden ze niet zo slecht. De ballen bommelden nog al eens wat kegels om, en belandden niet in een van de goten. Maar een flauwe grijns was het maximale wat ik bij het uit 5 man tellende groepje aan vrolijkheid heb waargenomen.
Bij een strike werd nauwelijks gereageerd. ’t Werd tijd ’ hoorde ik dan mopperen.

Hoe is dit gezelschap erbij gekomen om met z’n vijven te gaan bowlen? Zou het een socio-therapeutische opdracht zijn geweest; vanuit de visie:‘Depressieven zijn er bij gebaat om gestimuleerd te worden om uit hun vaste omgeving te treden?’.Ik kreeg flauw het vermoeden. Hoe zou het gegaan zijn? In de groep is natuurlijk geïnventariseerd wat voor ideeën er leefden voor een leuk uitstapje, en toen er uiteindelijk iemand schouderophalend mompelde : ‘Bowlen?’ werd dit accuut aangegrepen als Het Voorstel Uit De Groep.
Uitstekend! De Bowling was een gezellige gelegenheid, ze zouden er afleiding vinden, misschien hun batterij wat opladen. Ze zouden er lekker wat kunnen drinken en een balletje gooien.

Als dat zo was, zou de therapeut dan één van de vijf zijn?
Er was er wel een bij die wat afweek van de rest. Hij was wat jonger, een jaar of dertig, zijn verschoten jeans flobberde niet onder zijn billen, zoals bij de anderen, maar stond er strak overheen gespannen. Hij was wat slanker, en hij droeg als enige geen t-shirt of trui, maar een overhemd.
Hij had ook de drankjes besteld.
Maar als hij de therapeut was, kon je hem met geen mogelijkheid betichten op werklust. Nee, dat was wel het laatste wat hij uitstraalde: werklust.
Ook hij kreunde wanneer hij van zijn zeteltje oprees omdat hij moest gooien.
“Ben ik?!”

Ik heb geen gelegenheid meer gehad er achter te komen hoe het werkelijk zat. De tijd zat er al snel op voor de groep. Na 20 minuten zag ik ze kreunend en steunend hun schoenen weer aantrekken, afrekenen ( de man in het overhemd), de jassen uit de garderobe halen en de bowling sjokkend verlaten.

Maar goed, misschien zat ik er wel helemaal naast, en was het gewoon een of ander personeelsuitje

Geen opmerkingen: