maandag 21 oktober 2019

Nepal 5: Ritje in de Himalaya

Een vakantie meemaken  waarin meerdere malen de gedachten stevig post vat: 'nu gaat het mis. Nu kantelen we om. We gaan de diepte in' . Zo'n vakantie is het. Want ik heb dan wel een ode gebracht aan de bussen die hier rondrijden, het vraagt wel heel wat van de passagiers om er in te zitten wanneer het gaat om een ritje in de bergen. 
Een ' ritje' in de Himalaya bestaat namelijk niet. Heb ik tenminste nog niet meegemaakt. Het zijn expedities! Ondernemingen. 
Zoals vandaag. De bus van Jomson naar Tatopani. Een afstand van 34 kilometer De bus doet er 5 uren over. Je gaat dus niet sneller dan 7 km per uur. En geloof me, veel sneller kan het niet.
Opgepakt in een te overvolle bus waarin je alleen nog maar bij wijze van spreken je kleine teen kon bewegen schokten en schommelden we de smalle ongelijke  modderpaden op en af op weg naar het doel. 
Twee passagiers trokken het niet. Ze verkozen na enkele hachelijke momenten onmiddelijk uit te stappen en te gaan lopen. Maakte hun niet uit dat ze daar vier uur over zouden doen. In het stof en in de bloedhitte. Ze wilden er uit. Niet langer blootstaan aan de angst naar beneden te donderen en het leven in handen te leggen van de jonge bestuurder.
Wij gingen verder. Opgepakt. Doorheen geschud.
Totdat het vehikel halt hield om onduidelijke redenen en bleek dat de bus niet langer bestuurbaar was. Het stuurwiel kon je blijven ronddraaien maar de wielen reageerden er niet meer op. Nepalezen togen onmiddelijk aan het werk om ter plekke reparaties uit te voeren..
Reparaties die verschillende passagiers, waaronder wij niet besloten af te wachten. We zouden de rest wel lopen - hooguit een uur. Maar dan moest wel ook de bagage, onze rugzakken van het dak af.
Even een gedoe.
Maar goed.
We wilden lopen. Niet afwachten en met een ondeugdelijk voertuig mee.
Bijna waren we met de andere fiere lopers bij Tatopani en wat kwam er triomfantelijk voorbij gereden ? 
Ja hoor!
De bus reed na de reparatie weer trouw piepend en krakend verder. In gedachten zagen we de inzittenden lachen om ons toeristen die zo nodig moesten gaan lopen.

vrijdag 18 oktober 2019

Nepal 4: Ode

Ik wilde wat schrijven over een vervoersmiddel dat ik hier hogelijk bewonder . Waar ik een aantal maal in heb mogen zitten en dat in mijn ogen niet het respect krijgt wat het verdient. 
Ik wil het hebben over de bus. Dat public transport in Nepal. Dat dappere stuk blik op wielen . Dat zich laat manouvreren in de stad, in een gevecht voor elke decimeter ruimte. Schokkerig. Piepend kreunend . Stotend. Hobbelend gaat het maar door met een wilskracht die ons mensen niet gegeven is. Het klaxoneert . Het ronkt. Het stopt,trekt op, stopt, trekt op,stopt, trekt op. Onvermoeibaar volgt het de instructies van zijn berijder. Ook al zit het onder roest, lijdt het onder deuken. Het blikken monster beweegt. Gaat door! Het vervoert soms veel te veel mensen die ook het gangpad en zelfs het dak van het voertuig innemen. De bus rijdt. Torst al het gewicht mee door de stoffige straten en tussen donkere uitlaatwalmen. Dapper klinkt de klaxon weer. 
Als niets het meer doet. De besmeurde en gefolterde bus rijdt door met gescheurde en losgetrokken bekleding, ramen die te los in hun sponningen zitten en rammelen maar ook niet barsten willen. Hij rijdt door. Laat zich bekloppen Over modderige paden. Door kuilen over stenen langs ravijnen. Het ploft kraakt loeit schreeuwt wiebelt schommelt om elke keer weer als die gehavende maar onverslaanbare Goliath verder te trekken. Ode aan deze bus. 
Een wonder dat ie s avonds nog op zijn wielen staat. En niet veranderd is in schroot.
Hij staat er nog. Een monument van doorzettingskracht 

maandag 14 oktober 2019

Nepal 3: Puisten

Bergen kunnen zo mooi zijn als je ze kunt zien. De witte reuzen van de Himalaya houden zich echter voor ons verborgen achter de nevelen van de dag. We zitten op uitzichtspunten waar eerder andere toeristen kortademig aan het fotoschieten waren. Die thuis nu met voldoening de platen zitten te bekijken. En wij staren in de mist en zien de contouren van het landschap vervagen.
De reiziger die ik laatst in de bergen tegenkwam wees me er op dat je moet genieten van de dingen die er wèl zijn en niet moet klagen over de dingen die er Niet zijn.' That's the pilgrims way of thinking!' zei hij er min of meer trots achteraan.
Wijsneus
Ik mag niet zeggen : ga in de  hel wonen en geniet van de warmte!
Nee. Dat kwam dan ook niet bij me op. Dat is nu pas.
Ik dacht eerst wel heel heel even: hij heeft gelijk. Mensen met hun eeuwige gezeur altijd!
Maar dat was maar heel even. 
Daarna bedacht ik me dat ik een realist ben. Ik bekijk de situatie en stel vast wat me stoort en wat ik prettig vind. Ik mag daar iets van vinden. Uiteindelijk maak ik wel het beste van de situatie en blijf niet hangen in het negatieve. Ik wuif het negatieve niet weg maar deal er mee. Ook nu. En daar voel ik me goed bij.
Ik hoef ook niet OM te denken. Daar hoor je tegenwoordig van. Van omdenken. Dan verzin je iets dat van het Nadeel je Voordeel maakt. Bijvoorbeeld nu: fijn dat ik de bergen niet zien kan van de Himalaya, want dat maakt me misschien onrustig. Omdat ik er daar dan naar toe wil en allemaal foto's moet maken en dat hoeft nu helemaal niet. Er is geen onrust. Er is rust. Gewoon op mijn balkon wat schrijven...wat lezen...wat drinken. En allemaal heel relaxed. De afwezigheid van de bergen is een zegen.....
Dat is ook wat te gek, toch?
Even wat anders
Ik heb een theorie ontwikkeld! Ik weet waarom mensen bergen willen beklimmen!
Dat is omdat bergen eigenlijk in de weg staan. Zalig de lage landen, zalig de landen met uitgebreide steppen, zalig de onafzienbare vlakten waar aan de einder het gehemelte het land kust.
Hoe heerlijk voelt die oneindige ruimte waarin je mag bewegen en leven. Dartelen en rennen. Hoe vrij voel je je daarin. Hoe onbelemmerd kun je er in ademhalen
En wat jammer als dat gevoel er niet zijn kan vanwege de puisten en wratten op het aardoppervlak. De uitstulpingen van Moeder aarde's broze huid . Uitstulpingen die ons het uitzicht ontnemen, met een elan of dat het allemaal om Hun draait. Dat wij verguld moeten zijn om hun te aanschouwen. 
Bergen zijn niets anders als gestolt pus en omhooggebraakte rotzooi van onze planeet Gaia. Moeder aarde. Ze staan in de weg. 
Het gevoel van ruimte, uitzicht, vrijheid. Dat willen mensen toch. Daarom beklimmen ze die puisten. Ze willen Het Uitzicht. 

Maar goed. Ik wil voor ik weg ga die verrotte puisten met hun witte koppen wel gezien hebben!




zondag 13 oktober 2019

Nepal 2: Van gedacht op de tak

Middels beeldtelefoon kunnen we vanuif Verweggistan kontakt houde met wie we willen. Dat maakt op reis zijn makkelijker en toegankelijker voor een bredere doelgroep. Ik denk dat de groep rondtrekkers aanzienlijk zou slinken wanneer de g.s.m thuisgelaten zou moeten worden.
Gisteren zagen en spraken we via het medium twee van onze kinderen. Die lieten ons zien hoe het er thuis 7000 kilometer verderop aan toe ging.
Mensen zijn rare wezens. Maar ook wel vernuftige. Zij hebben deze mogelijkheden toch maar even ontwikkeld. Knappe koppies . Wat kunnen ze (we) toch veel.

Hier in Nepal zie ik ze ook aan de gang. De mensen. Allemaal op hun manier nuttig bezig. Dan wel niet met het vervaardigen en ontwikkelen van nieuwe apparatuur, maar gewoon bezig met het leven en hoe dat al of niet gedwongen vormgegeven moet worden. Niet iedereen heeft even veel keus. Soms draait het bij mensen maar om 1 ding: hoe overleef ik en mijn gezin de dag? We zien de armoede en de bedelaars. Mensen die niet na hoeven te denken 's morgens bij het ontwaken hoe ze de dag vorm moeten gaan geven.
De contrasten tussen mensen en mogelijkheden zijn groot en voelen als oneerlijk en meer dan schrijnend wanneer er beleidsmatig door een regering gekozen wordt voor het wederom testen van een peperdure raket en niet voor een menswaardig bestaan voor mensen die het evengoed verdienen om dat te hebben.

In Nederland springen de mensen op de barricade's wanneer de situatie ze niet zind. Of op de tractor
Nou ja.Iiedereen?
Vakbonden moeten soms met gratis shirts petjes en versnaperingen aankomen om hun achterban in de bus naar het Malieveld te krijgen.
Afin...mensen. Ieder is anders en culturen zijn anders.Wanneer je er over begint gaat het alle kanten uit. Net als dit stukje




Nepal 1:Ochtend in Pokhara

De nacht is zwart. Zo zwart als de vogels wiens gekrijs je even doet geloven dat de stad door hen is overgenomen in de tijd dat je sliep . Een haan kraait. Nog een haan kraait. Ze kraaien aldoor. Niet alleen bij zonsopkomst. Maar al veel vroeger beginnen ze met hun aanstellige gekukel het leven te wekken .
Het is heijig en licht bewolkt in Pokhara. Vanuit mijn hotel zie ik dat. En dan betekent dat de onvoorstelbare schoonheid van de grootste reuzen ter wereld zich deze ochtend niet zal openbaren aan ons.
Pokhara ontwaakt. Zondagochtend. Vrachtwagens trekken op. Stemmen klinken nog wat hol tegen muren. Het geluid van bijeengebonden harde flexibele stengels  die het vuil van de vorige dag in de goot vegen. Gestuurd door waarschijnlijk een vrouw in kleurrijk gewaad.
De dag gaat beginnen. Al meteen worden de Goden getrakteerd op bloemblaadjes en rijsthapjes. Nog een vrachtwagen begint te ronken. Het begint nu echt licht te worden.
Misschien morgen. Misschien laten dan de reuzen zich zien.