vrijdag 26 oktober 2018

Een stukje Peru



In de stationshal loop ik ingehouden gehaast in de richting van de bordjes die ik verderop zie hangen. Die met het mannetje en het vrouwtje. Er staan letters onder. Onder het mannetje staat HH. Onder het vrouwtje staat SS.

Iets met Hermanos en Signorita denk ik. We zijn in Peru. Ik spreek geen Spaans, maar ik ken een paar woordjes. Sesamstraat-niveau is nog een doel in de verte.
Er aangekomen zie ik een loket met daarachter een mevrouw met schort. Ik neem een bordje waar met tekst en ernaast een schoteltje. Bij een kat zou je wat melk in het schoteltje gieten, of water. Maar op het bordje staat dat er 0,50 Soldes in moet. Tenminste, als je gebruik wilt maken van het toilet. En dat was wel de opzet. Ik heb 0,50 gepast. Yes!! Ik ben altijd blij dat ik dan gepast geld heb! De vrouw wijst met een korte beweging van haar hoofd met haar kin naar iets achter me. Ik kijk. Er hangt een grote rol toiletpapier. Ik begrijp meteen dat die niet helemaal alleen voor mij bedoeld is, en dat ik geacht wordt er een hoeveelheid van af te nemen waarvan ik denk dat die toereikend zal zijn om me daarmee na mijn behoefte gedaan te hebben te reinigen. Dus, dan maar beter het zekere voor het onzekere nemen, zonder al te inhalig te willen zijn natuurlijk. Want de vrouw met het schort houdt me wellicht in de gaten.

‘Mijn behoefte’ doen. Alsof het de enige behoefte is van de mens. Schijten. Ik heb wel meer behoeftes. Sommige mensen hebben behoefte aan een stiekeme sigaret op het toilet
Sommigen hebben behoefte om even te escapen en even met rust gelaten te worden.
Met het papier in de hand stap ik verder in de wereld van het stationstoilet, dat er overigens proper bij ligt. Naast de toiletpotten een kunststof prullenbakje. Daar moet na afloop het gebruikte toiletpapier in worden gedeponeerd, want het papier in de toiletpot mee laten flushen kan verstopping veroorzaken, en dat wil niemand. Het wil een enkele keer weleens gebeuren dat ik het vergeet, en dat ik het besmeurde papier uit automatisme achter me laat vallen, maar dat heeft tot dusver nog geen nare gevolgen gehad van overlopende toiletpotten en zo meer.
Goed.

We zijn dus in Peru. Dat begreep U al.

3 weekjes Peru. Zuid Amerika.
Waarom zeg ik ‘weekjes’ en geen ‘weken!?’
Omdat drie weken Peru kort is. Het land is groot en er is veel te zien en te doen, en we willen graag niet jakkeren, Daar hebben we een hekel aan: jakkeren. Dat doen we thuis al genoeg.

Peru: Ik ben er niet eerder in dit leven geweest. Het is er nu van gekomen omdat zoonlief een half jaar in Cusco bivakkeert. Hij loopt stage bij een travel- agency. We vonden het leuk en hadden de mogelijkheid om een beeld te krijgen van zijn reilen en zeilen en zijn verblijf daar.
Dat hebben we ook enigszins gekregen. Daarover later. Misschien.

Zoon is tijdens ons bezoek met uitdrogingsverschijnselen in het ziekenhuis beland. Moest aan het infuus en aan het zuurstof. Behulpzame verzorgsters met plastic kapjes over hun zwarte haren kwamen aan zijn bed om hun ding te doen. Witte schorten en outfits zijn kennelijk slechts aan doktoren voorbehouden. Want de verzorgster die naast zijn bed stond droeg een donsjack, en een ander een verschoten roze flanellen blouse.

Een koffiekleurige huid hebben ze, de Peruanen. Een teint die afstak tegen het witte koppie van onze zoon in het ziekenhuisbed . We hoefden ons geen echte zorgen te maken over zijn gezondheid. Het was duidelijk dat hij snel zou herstellen.

Met de taxi naar het ziekenhuis heen-en weer. Die rijden er maar zat. Je hoeft alleen maar je arm op te tillen en er stopt er een. Vaak genoeg wordt er gevraagd of je een taxi wil. Dat wordt gevraagd met een ultra-kort zinnetje door de chauffeurs. Ze roepen het door de open raampjes van de portieren: ‘Hello Taxi!?’
Dit soort zinnetjes zijn niet ongewoon. In Azië zijn we er ook mee doodgegooid.
Hello Massage? Hello photo? Hello souvenirs? Er zijn mensen die de hele dag onvermoeibaar en onvermurwbaar op straten en pleinen met hun koopwaar leuren om die bij toeristen aan de man te brengen. Vrouwen vaak, getooid in traditioneel Peruaanse kledij. Overigens wordt dat niet gedragen omdat het zo aardig is voor de toeristen, maar omdat het er gewoon nog in zit. De gewoonte dat te dragen . Hoe lang nog, kun je je afvragen. In Cusco, een grote stad in Peru, zie je dat de klederdracht vooral door de ouderen wordt gedragen. In kleinere dorpjes zie je ook kinderen die nog traditioneel gekleed gaan.

‘Hello amigo!’begroeten ze me me hier. Dat klinkt grappiger als ‘Hello friend!’

De vliegreis naar Peru was niet rechtstreeks. Natuurlijk was er wel een mogelijkheid om rechtstreeks naar Lima te vliegen vanaf Amsterdam; je doet er dan veel minder lang over, maar je betaalt dan ook bijna twee keer zo veel!. We kozen ervoor te vliegen vanaf Brussel Zaventem ( twee jaar geleden nog het toneel van een ISIS aanslag waarbij 17 doden vielen). Dan met een overstap die in Newark zou zijn. We melden ons bij de maatschappij waarbij we vlogen, United Airlines, maar niet voordat we door een luchthavenbeambte waren ondervraagd. Moest mijn dochter niet naar school? Wat gingen we doen? Waar bleven we dan? Was het druk onderweg?
Gezellig hoor, iemand die zo menselijk en betrokken is bij de passagiers…..maar ik had het idee dat er toch meer aan de hand was. Zij wilde weten of we geen terroristen waren, vermomd als onschuldig lief gezinnetje. Pappa mamma dochter zouden immers ik weet niet wat kunnen doen om de Amerikaanse samenleving onderuit te halen, en dat willen ze niet, die Amerikanen. Die moeten er niet aan denken dat hun hamburger cultuur aangetast zou worden.
Amerikanen….het is dat discriminatie uit den boze is, anders zou ik er graag wat over willen spuien.

Voor we in het vliegtuig zaten waren we dubbel gecheckt, De handbagage was twee maal doorgelicht. De vinger en duimafdrukken waren genomen. De ogen waren gefotografeerd, In het afgesloten hokje was ik gescand op metalen voorwerpen. Als ik geen misdadiger was voelde ik er wel één in me opkomen. Wat ontbrak was de controle met honden. Dat kwam later pas. Op de terugweg.
Wat het idiote is: ik werd gecontroleerd op o.a het dragen van wapens. Maar die hoef ik helemaal niet mee te nemen naar de US. Die kan ik er immers simpel zelf kopen.
In het vliegtuig naar Newark vulde ik het formulier in waarin ik behalve al mijn persoonlijke gegevens ook het adres van mijn eerste overnachting diende te vermelden.
Om over te stappen in de States heb je evengoed een soort visum nodig. Dat heet een ESTA-permit. De overheid ontvangt zo een aardig bedrag van al die mensen die via de Naai Steeds reizen
In het land van de onbegrensde mogelijkheden voelde ik me onbehoorlijk begrensd. Voor wij ons van de luchthaven van Newark in ons vliegtuig naar Lima konden begeven dienden we twee uur lang in de rij te staan eer we door een volgende check van de douane konden. Erger ik me dan? Ja, maar ik probeer het niet te doen. Ik kijk net zo geblaten als als de andere schapen in de rij.

Verder was het goed hoor, het vliegen.
Nou ja?
Het eten was goed. En de on-line melding die we hadden gedaan dat onze dochter een vegetarische maaltijd wenste was werkelijk doorgekomen.
Leuk man. Dat sommige dingen werken!
Het schermpje dat we voor ons hadden liet ons vluchtgegevens zien. Bovendien was er ook de mogelijkheid om uit een filmpakket er een te kiezen die je zien wilde, en er was oa ook de mogelijkheid om een spelletje te doen.
De veiligheidsinstructies werden voor vertrek via het scherm gepresenteerd. Op een manier zo vrolijk en hip, dat je zou wensen dat het zuurstofmasker acuut naar beneden zou vallen om het feest te beginnen.
Vliegen in een vliegtuig. Het vol gas gaan en liften, dat is mooi.
En dan. Landen in een continent waar je nog niet eerder was. Zuid Amerika
Lima

Een nachtje zijn we er geweest, in Lima. Volgens de planning ook
Van tevoren waren we van verschillende kanten gewaarschuwd om al onze persoonlijke eigendommen extreem goed in de gaten te houden, want….voor je het weet…..sta je bij het bureau ‘Aangiften diefstal’
De taxichauffeur was van mening dat de straat en de wijk waar we moesten zijn ‘dangerous’ was. Maar we kwamen toch ongeschonden en in het bezit van al onze meegebrachte spullen terecht in ons onderkomen. Een slaaphok met prive-douche.
We bevonden ons niet in de binnenstad van Lima. Maar ergens in een buitenwijk niet al te ver van het vliegveld
Tijdens een wandeling de volgende ochtend viel het me op hoeveel hekwerken er te vinden waren in dit gebied. De hekwerkengigant moest overuren draaien!
Dit was ons de vorige avond ook al opgevallen. De avond-minimarket was open en dicht tegelijkertijd. Omdat wij als rechtgeaarde alcoholisten toch nog iets van een versnapering wensten hebben we door een getraliede shop onze wensen van buiten naar binnen geroepen naar het meisje in de bevoorraadde cel. ‘Una Cerveza por favor!! Una Vino Blanco!!!’
Ze was later zo behulpzaam om ons door de ijzeren stangen door een kurkentrekker aan te reiken zodat we de fles wijn konden openen.
Slechte wijn . Goed, dat kan wennen. Maar deze echt niet. De inhoud met verzuurd hoofd door de afvoer van de wastafel in ons onderkomen gegoten.
Overal getraliede ramen, straten die met hekken waren afgesloten . Niet het toonbeeld van een gemoedelijke stad. Het stond niet in de planning om er langer te blijven. Geen behoefte aan ook.

Wat is het toch heerlijk om in een land als Nederland zuiver drinkwater uit de kraan te hebben lopen. Hier is het weer sjouwen met plastic flessen met drinkwater.

Het centrale plein in Cusco is ‘Plaza des Armas’. Daar is vaak wat te doen. Het is niet altijd duidelijk WAT, voor ons onwetenden van de Peruaanse cultuur. Dan verzonnen we maar wat. Zo verscheen er een grote groep studenten tegen acht uur s avonds voor de Kathedraal. Ze riepen leuzen en deden manifestatie-achtige dingetjes. Dochter en ik meenden dat het om de ‘Acht uur’ groep ging. Een groep die zich s avonds tegen acht uur verzamelde om te eisen dat het vaker en langer acht uur zou blijven. Een groep die hardnekkig elke avond terug zou komen.
Mijn dochter en ik vinden elkaar vaak in onvoorstelbaar flauwe humor.
We keken het allemaal aan vanaf een hoger gelegen balkon van een koffiebar.


Als je Peru zegt, dan zeg je Machu Pichu.
Of zoals sommigen zeggen Michu Pichi
Maar het is Machu Pichu.
DE ‘Must See’ van Peru. Je kunt er op verschillende manieren komen. Maar niet zomaar. Het bezoekersaantal is gelimiteerd, en wordt goed gecontroleerd. Een officiële aanvraag om de ruïne te mogen bezoeken hoort bij de trip en de kosten lopen daarbij op. Ook het overnachten in de buurt is prijzig, en de trein die je aan de voet brengt van de te beklimmen hoogte is niet goedkoop.
Geef ze maar eens ongelijk. Zo rijk is Peru niet. Ik zag er veel armoede.
De vraag is alleen of extra inkomsten ook ten goede komen aan de stumperds die hun leven afsukkelen zoals we soms zagen.
We verbleven in Aguia Calliente. Daar vandaan is het ca 400 meter omhoog om bij het complex te komen. Dat kun je te voet doen. Steil omhoog is dat en vergt wat van je conditie. Maar je kunt het ook met de bus doen. Dan zit je met je toeristenhoofd tussen de gemakzuchtigen, de watjes of de slimmeriken. Net hoe je het labelt.

Ik wilde lopen. Niet te flauw
En ik wilde de Machu Pichu in het ochtendlicht zien. Dit betekende: 04.00 opstaan. En nog in het donker voor 04.30 vertrekken.
Wat je al niet doet op vakantie.
Het waren er honderden die zich verzamelden voor de klim naar boven. Ik was onmiskenbaar 1 van de oudere wandelaars die die ochtend omhoog togen.
Was dat wat voor mij als einzelganger?
Nee. Natuurlijk niet. Einzelganger ben je niet voor niets geworden! Maar er was geen ontkomen mogelijk aan het toerisme hier. Ik had me te schikken. Dat lukte me ook wel. Zonder te duwen zelfs!
‘….De lange stoet de bergen op van het circus Jeroen Bosch. En ze praten en ze zingen en ze lachen allemaal, want daar achter de hoge bergen ligt het land van Maas en Waal...’

Hoe divers de talen ook die de deelnemers spraken op weg naar de ‘verloren stad’ , het gehijg en gepuf klonken hetzelfde. Het zweet op ieders hoofd verbroederde ons ploegenden. Hoewel het altijd raadzaam is uit de buurt van Amerikanen te blijven.
Wolkenslierten rond bergtoppen. Een sprookjesachtig toneel.







Boven mist.
Het was een uitgebreid gebied waar we uiteindelijk belandden. Toeristen konden zich goed verspreiden en dat deden ze ook. Hier en daar stond een bordje met daarop een fotocamera. Dat betekende dat er van daar een prachtig plaatje geschoten kon worden. Een bordje waarbij eigenwijzen zoals ik zich meestal verre van hielden, want we vonden immers ZELF wel een plekje om mooie foto’s te maken.
Daar stonden we met ons bezweette hoofd en ons donsjack. Vanaf het bordje keken we rond. Mist was al dat we zagen.

Maar al gauw gaven mysterieus ogende bergpieken zich langzaam bloter en bloter. Wat de mist deed die ochtend was de omgeving langzaam van zijn ragfijne flarden stof ontdoen. Het was een door een geheime hand geregisseerde mysterieuze striptease die mijn ogen deze ochtend mochten aanschouwen. En ik voelde ontroering opkomen bij het beeld van de nakende ruwe schoonheid van de oude Inca-stad in haar omgeving, die langzaam stukje bij beetje aan ons werd getoond.
Een intens gevoel.
Ik kende het, natuurlijk, van foto’s.
Maar een foto blijft maar een foto. Dit was echt. De mooiste ervaring.
Daar lag het.
Naakt en prachtig.