zaterdag 30 juli 2011

De batterij opladen

enkele fragmenten van de vakantie van Gert


In één keer zijn ze doorgejakkerd naar een plek onder Lyon. Voortgedreven door de zwiepende ruitenwissers van hun Opel Zafira. In dat hondenweer ga je immers niet naar een leuke camping zoeken. Doorrijden maar…

Hoe zuidelijker ze kwamen, hoe droger en blauwer het werd. Gert speurde naar een camping in de meegenomen gids.
Gert die in een campinggids een camping opzocht was een merkwaardig fenomeen. Dit waren immers de gidsen die hij voorheen verachtelijk terzijde zou hebben geworpen. ‘We zien wel – we vinden sowieso daar wel een camping’ , zou hij hebben gezegd. Hij vond gidsen dodelijk voor een eventueel avontuurlijke reis die hun vakantie zou kunnen zijn. Vooraf weten waar je terechtkomt was saai, want geen verrassing.
’s Avonds terecht komen op een plek die je ’s middags nog niet had kunnen bedenken.Verrast kunnen worden door de dingen die je tegen komt. Dat is veel mooier toch…Het kan iets extra’s geven…..
Maar niet altijd natuurlijk.
En met kinderen erbij..die wil je niet teleurstellen. Gert kon de verwijten al bedenken op de boerencamping waar geen hol te doen was. “JIJ wou hierheen!!!”zou hij horen.

Dus…Gert in de Gids . Een zomervakantie met de caravan in Frankrijk avontuurlijk….HA! Wat een belachelijk argument eigenlijk.
En hij vond een camping. Hup jongens, afrit 11 moeten we van de weg.
Daar had je afrit 9 al, daar afrit 10, en dan afrit 12.
Afrit 12?
Had iemand in de auto een afrit gezien met twee eentjes? Nee…?
Afrit 12 nemen kon ook – je reed dan wel om, maar pwâ, 10 uur of 11 uur achter elkaar in de auto zitten maakt niet veel uit, toch?.

‘Vroeg in het seizoen was het nog, dus er zou wel genoeg plaats zijn’ was Gerts veronderstelling geweest, waaraan echter abrupt een einde kwam toen de doortrekkerscamping in zicht kwam. Een rij kampeerwagens stond voor de receptie te wachten, en op een noodveldje zag hij doorgangsgasten hutje mutje gereed staan voor vertrek morgenochtend.

Toch kwamen ze de camping op. ( een meevaller? Mooi, een meevaller!!)
De receptioniste, of haar dochter, of een vakantiekracht die even waarnam, wees hen een plek op de plattegrond, waar ze zouden kunnen gaan staan, en waarnaar toe Gert een achteraf niet geheel logische route volgde die het noodzaakte om een BBQ-set te verplaatsen en een volleybalnet tijdelijk te verwijderen, teneinde met auto en caravan verder te komen.

De aangewezen plek op de plattegrond bleek al bezet. Tegenvaller,want nu moesten ze onverricht ter zake terug naar de receptie.

Nieuwe plek zoeken. Plaats 270 ( deux cent soixante- dix). Dit bleek een leuke stek. Gert manoeuvreerde er zijn voertuig heen. Bij het ontkoppelen van de caravan van de auto gebeurde er iets vervelends: er brak een dikke schroef af, die het voorwieltje van de caravan vast hield. Het wieltje waarop de caravan aan de voorkant steunt. En als ie niet kan steunen, kiept ie..
‘Nee hè…’zei Gert…en hoewel meteen duidelijk was dat dit niet te repareren viel deed hij nog iets van een poging…..
Vrouw en Gert keken elkaar aan:’Shit, wat nu!?’Daar kwam ook de receptioniste, haar dochter of de vakantiekracht aangelopen. Niet bewust van het euvel. Plaats 270 was al besproken, dus ….sorry, maar daar konden wij niet staan. Lekkere receptie….

Weer werd een andere plek gezocht. En in het belang van hun situatie was het nodig om de auto en de caravan aan elkaar gekoppeld te laten staan. Leg dat maar eens uit in een taal waarin je onvoldoende thuis bent.
Uiteindelijk, bij het draaien en keren van hun voertuig, kwam de auto in een positie waarin achteruit draaien de enige optie leek om er uit te geraken, en daarmee werd een oud en overbekend trauma van Gert aangeroerd – want die kunst was hij niet meester. Ook niet met aanwijzingen van een Amsterdamse toerist die al spoedig moest vaststellen dat Gerts vaardigheden op dat gebied niet aanwezig waren. ‘Hij kan er niets van’ zij hij in het bijzijn van Gerts dochter, die dat niet horen wilde.

Gert zou een andere route kiezen. Wel vooruit rijden. Daartoe moesten een tafel en wat stoelen van een kamperend gezelschap van zijn plek worden gehaald , maar dat was te verkiezen boven het debacle en het gestuntel van het achteruit rijden.
Gniffelende campinggasten hadden het tafereel nog wel langer vanachter een biertje willen aanschouwen, ze vermaakten zich er prima mee, maar nee

Omdat onderweg in de sleurhut een kastdeur was opengegaan en er daardoor een wirwar van kleding, boekjes, toiletartikelen, hobbyspul en spelletjes op de vloer was beland was de reis hervat met een kastdeur die stevig met een elastiek op zijn plaats werd gehouden. Zo kon die niet WEER open vallen. Dit had wel een handvat gekost, zo zei Vrouw, die daaraan toevoegde dat dit nou toch echt wel de laatste keer zou zijn dat ze zou gaan kamperen. Vooral ook toen ze zag dat de stoelen waarop ze altijd buiten zaten, niet meer in orde waren. Sterker nog: twee ervan stonden op het punt in te zakken.
Gert leende wat gereedschap, kreeg het daarmee enigszins , maar ook niet helemaal voor elkaar. En zo verliep de eerste dag. Een aantal tegenslagen, maar kom op: Het was vakantie – en ze zouden ervan gaan genieten….morgen een dagje lekker luieren langs een stroompje, en wat spelletjes doen…een beetje aankeutelen…lekker toch…

Kortom, het stel heeft zijn zegeningen maar weer eens geteld, want zo zijn ze ook wel weer…..

Naschrift: Het leek een locaal campinggebruik, om nieuw aangekomen campinggasten op pad te sturen naar een campingplek die al bezet was. Gert heeft dit 5 keer waargenomen.


*
Het boek van de Italiaanse schrijver Sandro Veronesi, dat hij nu al wekenlang aan het lezen was, heet ‘Kalme Chaos’. Gert zag het liggen en trok parallellen met die titel en de ochtendsituatie.

Buiten hing een grijs wolkendak boven de wereld. Gekletter en geknetter had hem die morgen uit zijn derde slaap gewekt.
De eerste keer was het zijn blaas die hem gewekt had. Met zijn slaapdronken hoofd had hij zich toen platonisch aangekleed en was naar het blok sanitaire voorzieningen gestrompeld. Het was hem opgevallen hoe stil het was. Muisstil was het. Hij had zich ingespannen om een geluid op te vangen – een auto in de verte…of kikkers – gisteravond lieten die zich nog horen, maar niks.
Achteraf kondigde die stilte natuurlijk het onweer aan. Maar dat wist Gert toen niet.

De tweede keer dat hij in zijn slaap gestoord werd, kwam door een geluidssignaal afkomstig van zijn mobieltje. Er kwam zowaar een sms binnen, om 5 uur ’s morgens?
Gert zocht zijn bril en drukte op de toets ‘bericht weergeven’
“ VODAPHONE “: welkom in Frankrijk, de tarieven voor bellen in Frankrijk zijn bla bla en ook sms veel hoger.
En de derde keer was het dus het gekletter. Gert stond op en sloot het dakraampje. Een nieuwe dag was begonnen. Vandaag zou een monteur van de ANWB contact met hun opnemen.

Toen de regen minder werd en het gedonder was verdwenen besloot Gert op te staan, en te gaan douchen.

Het werd een overwegend aangename dag – bijna zoals ze zich dat hadden voorgesteld een avond eerder. Met lekker eten, de kinderen in het zwembad, even tafeltennissen, luieren in de zon, wat lezen, een spelletje, en de tennisbaan voor een uurtje afhuren. De temperatuur was aangenaam – alleen viel er zo nu en dan wat regen.
Gezien de komende weersverwachtingen werd het reisdoel bijgesteld. Ze gingen niet langer naar de Alpen, maar ( als de gelegenheid daar is) gingen ze nu richting Provence.

Voor wat betreft het caravanverhaal. Gert zou zelf zijn caravan naar een bedrijf voor caravans en caravanaccessoires gaan brengen in een klein stadje zo’n 50 kilometer verderop: Saint Martin les Valence. Daar kon het verhaal dan weer verder. Het zou zo fijn zijn als dat ding snel gemaakt kon worden………

*
Zijn ze al geland? Nee, ze zijn nog niet geland. Het ‘thuis zijn’ op vakantie moest nog plaats vinden. Ze hebben zich beziggehouden met enerzijds het mankement aan de caravan. Anderzijds hebben ze hun best gedaan het er een leuke dag van te maken.
Voor een verslag hiervan kan ik U nergens naartoe verwijzen. Niet alles wat gebeurd in de familie is even vermeldenswaardig. Ik kan wel vertellen dat de familie ’s avonds opgelucht hun zorgenlijstje aan de kant kon leggen. Zo was bijvoorbeeld de caravan weer gerepareerd.
De tijd tussen 11.00, dat ze bij de campingzaak aankwamen, die pas om 14.00 open bleek te gaan werd opgevuld met een warme lunch op een terrasje in het naburig dorpje , waar aan weerszijden van de weg terrasjes waren, d.w.z. één aan elke kant, die bijna hetzelfde menu aanboden. Voor 12 euro. De familie stelde zich een onderling zware concurrentiestrijd voor. Het ene terras liep als een tierelier, het andere ( het hunne…..– kwam het door hun??) voor geen sier.

Terug op de camping lukte het met heel veel moeite de caravan van de auto te ontkoppelen.(Rustig blijven – ademhalen – nog een keer opnieuw proberen – even wat drinken- pfff warm)
De pot sambal, die liggend in het koelkastje van hun mobiele vakantiehutje had gelegen, bleek open te zijn gegaan en alles diende schoongemaakt te worden, maar voor de rest liep alles gewoon. Het weer was goed. ’s Avonds relaxte Gert op bed in de caravan.

De ogen dicht. Heerlijk.

*
Aankeutelen of aanmodderen?
Jezelf vermaken of jezelf bezig houden?
Weg zijn om niet thuis te zijn, of vakantie hebben?
Die vragen hielden Gert in zijn achterhoofd bezig. Hij las wat, pakte even een puzzel, zwom even in het zwembad, deed een potje tafeltennis met zijn zoontje, en ging samen met het gezin naar Vienne, een stadje met een rijke, want oude geschiedenis. Tegenwoordig vooral bekend vanwege zijn jaarlijkse jazzfestival.
Het was benauwd vandaag. Temperaturen boven de 32 graden Celsius, en voor het bekijken van het stadje was het te warm. Ze slenterden. De kinderen hadden geen interesse. Nu niet.
Begrijpelijk, maar wel jammer, want het is een fraai stadje.
Ijsje eten dan maar


*
Een dag van oprispend maagzuur bij vrouwe, van kiespijn bij Gert. En van de verwachte weeromslag. Regen op de caravan, inpakken in die regen, doorweekte schoenen, natte tent. Regenjassen, vertrekken met een moeizaam aankoppelen. Dit alles onder een vast voornemen zich hierdoor niet te laten belemmeren in hun vakantiegeluk. Zo’n dagje hoort erbij…Toch?... Kom op! Ze hadden hun zinnen gezet op de Provence, Gordes. Daar waren ze eerder geweest: Gordes. Ze hadden gereserveerd op camping des Sources. Twee nachten konden ze blijven. Ze wilden acht nachten. Maar ze konden maar twee. Goed, hun ervaring op diverse campings was dat er vaak toch nog wel een mogelijkheid was om langer te blijven. Er kwamen soms gasten niet opdagen, of anderszins..

Het weer in heel Frankrijk liet te wensen over, zo werd verteld. Dit bood hem geen troost.
Gert wilde een atmosfeer van zon, rust, een aankabbelen van lekkere geuren, een slokje hier, een praatje daar. Een plezierig voelen door perfecte omstandigheden. Een vakantie zoals vakantie bedoeld is. Hij vond dat hij dat verdiend had, en hij was verwend genoeg om licht verontwaardigd te zijn dat het nu niet allemaal zo lekker liep.
Ook in Gordes aangekomen bleek de vakantie nog niet te kunnen gaan beginnen. Het was werken om hun boeltje op te zetten. Manoeuvreren met auto en caravan, drogen van nat spul. De grond was hard om haringen in te slaan. Ze hadden ook weinig ruimte eigenlijk, zeker voor de prijs die ze hier per nacht zouden gaan betalen.
Ze zouden internet kunnen ontvangen met wifi, maar ze konden geen verbinding krijgen.
Ze moesten inkopen doen omdat het morgen quatorze juiliet is en dan de winkels dicht zijn. Een stevige wind stak op in Gordes, eentje waaraan een fikse herfststorm in Nederland een leuk speelkameraadje zou hebben.
Daar stonden ze dan. Op een camping in de Provence. Vrouwe heeft rennies kunnen krijgen die een tijdje helpen. Gert heeft pijnstillers kunnen krijgen tegen de kiespijn.
Man man, wat een lol.
*
De volgende dag was het bâgguh, zouden ze in Den Haag zeggen: Komt die zeikregen weer roet in het eten gooien. Gert wil geen roet in zijn eten! Dat geeft hem een onprettig gevoel en uiteindelijk stress.
Daar raakt zijn batterij niet opgeladen van. En dat was toch ook de bedoeling van vakantie.
“Deze vakantie zal mijn werkgever straks heugen, als het weer zo blijft. Het ziekteverzuim zal teenkrommend stijgen”zo klaagde hij tegen Vrouwe, en “Waar is die opwarming van die aarde als ik hem nodig heb?”

Ze kijken op het internet naar de meerdaagse weersverwachting. Ze leven hier qua weer toch wel een stuk beter dan thuis, zo bleek.
Gelukkig! Hij gunt zijn oudste zoon, die thuis is gebleven, ook mooi weer, maar het moet godverdomme niet mooier zijn dan het weer bij hem! Zij, die ervoor gereisd hebben- gesjouwd- informatie ingewonnen- en het verDIEND hebben om mooi weer te hebben! JAWEL!
Moe gewerkt gingen ze weg om hun prijs op te halen. Aan wooncomfort gingen ze drastisch inboeten, dat wisten ze wel, maar ze zouden er wat voor terugkrijgen.
“En dan moeten we dat krijgen ook!
MAG ik het zo voelen?
Wie zou daar in godsnaam op moeten antwoorden?! Ik voel het zo.
Is dat verwend gedrag?
Ja, dat is verwend gedrag.
Nou, en..!!!
Zo, dat is er uit.”

Ze bevinden zich in een situatie, waarin beslist geen behoefte bestaat aan gesjouw, en de gedachte aan het weer verkassen met die bouwval van een sleurhut van ze, maakt hem bij voorbaat moe. Hij weet het akelig knap vaak te presteren dat hij met dat wrak op wielen in netelige situaties terecht komt, wanneer hij het probeert te verplaatsen.
De aankomst op de camping van Millau was daar ook weer een treffend voorbeeld van. De losgekoppelde caravan bleek met een wiel en een kuil te zitten. Bij het sjorren,trekken en duwen aan het kleine woonverblijf door ook vrouw en kinderen om het op de juiste plaats te krijgen, is veel familie-energie tevergeefs verloren gegaan.
Buurman 1, en andere buurmannen 2 en 3 moesten er aan te pas komen om het hutje weer verrijdbaar te maken.
Toen het ding op de goede plaatst stond en Gert het stuurwieltje wilde corrigeren aan de voorkant, omdat het scheef in de houder zat, zonk de sleurhut naar voren en waren buurman en buurman wederom nodig om de caravan weer recht te krijgen.

Welkom op de camping.

Hij had er geen zin meer in.

shadow-man

Er zijn mensen die bij het beschouwen van onderwerpen ergens een licht over laten schijnen.
Davincini doet dat anders. Hij laat ergens zijn schaduw over vallen.







Over de verschillen in de resultaten van beide methodes kan ik nog niet veel vertellen. Wel dat de tweede methode in ieder geval aardige foto’s oplevert.

mensch

Vraag hem iets – hij weet het niet
Niet waar hij was
Niet waar hij naar toe gaat

Vraag waar hij is-
Hij weet het niet

Hij kan woorden geven, namen,
En dat wil hij wel eens doen.

Vergeet niet dat hij maar wat zegt,
Vaak voor jou, jij wil het horen

Maar werkelijk, hij weet het niet.

donderdag 21 juli 2011

zaterdag 16 juli 2011

Millau en couleur

foto: Davincini


We zitten in Zuid Frankrijk, en dat is momenteel helemaal niet gek (in de rest van west Europa is het weer niet best)

vrijdag 15 juli 2011

Ways of changing


Laatst heb ik op dit blog ‘fauni-gena’ van Edgar Froese ( Tangerine Dream) gezet. Ik weet nog goed waar en in welke periode ik deze muziek leerde kennen. Dat was bij Frank. Rond 1972. De kamer van Frank , ( Veenendaalkade?) in Den Haag waar wij kwamen om wiet te roken en andere hasj te gebruiken.
Grappig was dat een andere jongen, een vriend van mij, Wiet heette. Gewoon, zo hadden zijn ouders hem - totaal onwetend - genoemd, Wiet. Het kwam van ‘Alowyssius’
Wij zaten daar te ervaren, in die kamer van Frank, waar de muziekinstallatie die van de onze ver overtrof, en de sfeer was, zoals de sfeer in een studentenkamer eind jaren 60, begin 70 zijn moest. Berookt, matrassen en kussens op de grond, waterpijp in de hoek, psychedelische posters tegen de muur, en de verlichting schaars.
Dan rookten wij onze eerste joints en wachtten af wat het bij ons teweeg zou brengen: “………..ik voel nog niks……….. jij?”
Alles wat nu ‘cool’ is was toen ‘te gek’.
Ik weet nog dat ik op die kamer, in die sfeer ook, voor het eerst deze lp hoorde: ‘Black Dance’ van Klaus Schulze.
Wauw…alsof er een nieuwe dimensie aan mijn bestaan werd toegevoegd. Dit soort muziek had ik nog niet eerder gehoord. En zo mooi in stereo!
Natuurlijk schafte ik mezelf ook deze lp aan. Schitterende hoes met die surrealistische voorstelling.

Het nummer ‘ways of changing’ vind ik nog steeds mooi. Maar dat heeft waarschijnlijk alles met die herinnering te maken..

dinsdag 12 juli 2011

Aanname

“ ‘Jij!, niet handig?!! Je bent toch een kampeerder? Zo werd er tegen hem en tegen kamperen aangekeken.
‘een voetballer is sportief’
‘een fotomodel is mooi’
‘een kampeerder is handig’
Maar als kampeerder is hij een lelijk fotomodel.
Dit niet vermoedende werden hem als vanzelfsprekend klusjes toegeworpen:
‘Kun jij daar dat tegelpadje leggen..’
‘Leg JIJ dat plafonnetje even?’
Dit alles gebeurde bij zijn nieuwe werkgever waarbij hij dacht als pedagogisch medewerker aangenomen te zijn, maar in de praktijk als klusser geacht werd zijn brood te verdienen. In een wereld van slijptollen, cirkelzagen,accuboortjes, bijlen en wat dies meer zij.

'Wat doe ik hier?'was een gedachte die hem ook bij regelmaat overviel.
Hij, die er wel eens van droomde om dan in ieder geval nog TWEE linkerhanden te hebben….”

vrijdag 8 juli 2011

Geduld

Het is fijn om geduld te hebben. Het is heerlijk om het prima te vinden en je niet ongemakkelijk te voelen in de rij voor de kassa, in de file in de auto, in de wachtkamers van artsen. En het geen probleem te vinden minutenlang te worden doorverbonden aan de telefoon

Dat het fijn is om het leven te nemen zoals het komt, geen kouwe drukte te maken, en geduld te hebben,moet ik dan maar aannemen. Ik hoor deze geluiden van relaxte en evenwichtige types.

Ik ben op eerdergenoemde wachtmomenten meestal druk schuifelend bezig een hevig briesende bizon in me te temmen. En dat valt niet mee.
Als er andere mensen in mijn directe omgeving zijn wil het wel eens lukken. Kan ik zelfs een opmerkelijk ontspannen houding aannemen als ik ergens in de rij sta, en de voordelen noemen van het onthaasten.
Verstandelijk is het allemaal prima in orde.
Maar , onbewaakt, ongezien, bijvoorbeeld in de auto wanneer een voorganger niet voldoende tempo heeft, wint de bizon, en het briesen wordt vertaalt in een spetterend taalgebruik waarbij het gebruik van binnenruitenwissers je al snel als bijzonder handig zou schijnen.
Zo is er hier dichtbij een stoplicht. 20 Seconden groen,drie minuten rood. Dus als de voorgangers niet snel optrekken, sta je een paar extra minuten te wachten. En dat is moeilijk. DAT IS MOEILIJK, voor iemand zoals ik – zonder aangeboren geduld. Ik heb alleen maar een verzonnen geduld. Ik doe alleen maar alsof.

‘Gotverdegotverdeklotehommelzakkewasser.Lul RIJDTDAN!!!!RIJDTDANDOOHOOOOOR!!!’ Ik ben in staat toch nog met enkele capriolen langs het stoplicht te schieten, want ik had daar RECHT op, en nou wordt me dat door die klootzak ontnomen. Regels? Verkeersregels? Ja, maar als me onrecht aangedaan wordt EVEN NIET HÈ????EEEEEEEVEN NIET!!
Zo gaat die bizon te keer.
En hoewel ik hem wel vaker wil temmen; ik hou ook wel een beetje van hem als ie er is. Want het is wel MIJN bizon.

zondag 3 juli 2011

ouwe sok

Geconcentreerd zat de mensch op de rand van het bed.

We beginnen met de rechtervoet. De rechtersok wordt opengehouden met de duim van beide handen.
Dat maakt het lastig. Want nu zijn beide handen in bedrijf, en kunnen ze niet meer helpen hem in balans te houden straks bij het moment- suprême: ‘Het vangen van de rechtervoet in het vangnet, de sok’ .
De voet moet in de sok.
Dit betekent op het juiste moment toeslaan.
De afstand is er op zich één die te overbruggen is. De tactiek waarvoor gekozen is, is het volgende. De zittende houding op de bedrand wordt gehandhaafd, de benen niet over elkaar, maar naast elkaar, op de grond. Hij zou voorover bukken, en de opengesperde sok zo dicht mogelijk voor zijn voet houden als dat zijn lichaam het toeliet. Dan moest de voet omhoog.cEvenwicht bewaren, daar gaat het dan om.
DIE combi, voorovergebogen de sok ophouden voor een opgeheven voet is acrobatiek voor veel ouderen. Maar de homo-sapiens heeft zijn reserve restje jachtinstinct hiervoor behouden.

Daar ging ie dan
Het buigt, het kermt, het tilt, het mikt..en in de verte kunnen we de oerkreten van weleer herkennen.
Maar zowaar…het lukt
De rechtervoet zit in zwart katoen. ‘Hè hè…! Poeh poeh'

Weer even rechtop zitten. De pijn uit de onderrug voelen trekken. Blik op oneindig, verstand op nul, de adem inhouden en gaan voor het volgende hoogstandje van de ochtend: de linkersok.

Oud worden is een avontuur



Maar je kunt natuurlijk ook hulpmiddelen gebruiken.

De overdaad van de gezondheidszorg

Geplaatst door Pauline van Wierst op 2 juli, 2011 - 15:15 in Frontpage

In onze jacht naar gezondheid maken we de mensen ziek. Dit was de boodschap en ondertitel van de omstreden lezing die de Amerikaanse arts Gilbert Welch onlangs in Den Haag gehouden heeft. Het is een belangrijk inzicht. Vanuit menselijk, maar ook zeker vanuit financieel oogpunt, is het goed om ons te realiseren hoe inefficient en duur wij de gezondheidszorg hebben gemaakt..

Het onderwerp van de lezing van Wench is 'overdiagnose'. Hedendaagse technieken als MRI- en CT-scans zijn volgens Wench zo geavanceerd, dat iedere kleine abnormaliteit in het menselijk lichaam aan het licht komt. De betreffende 'patient' is dan ineens 'ziek', ook al is er een grote kans dat er onder normale omstandigheden geen ziekte zou zijn ontwikkeld. Zo veranderen medische onderzoeken van vandaag de dag gezonde mensen in patienten.
Een goed punt van Wench. Maar naast overdiagnose zou ik nog een pijnpunt van de gezondheidszorg willen aanstippen. Noem het 'overbehandeling' of 'overfanatisme'. Het is een soort missie of controledrang, waarmee we ieder menselijk lichaam naar de norm van 'gezondheid' willen manipuleren. Nota bene zonder dat we ons afvragen of dat voor de mens in kwestie wel het beste is.
De basishouding in de gezondheidszorg is: als we kunnen manipuleren, dan gaan we dat doen. Zo krijgen bejaarden van achterin de 80 nog haast vanzelfsprekend een nieuwe heup als het lopen wat moeilijk gaat. Zo blijven we mensen lastigvallen met diëtistische of fysiotherapeutische adviezen die ze niet willen en gaan opvolgen. En zo ben je abnormaal wanneer er kanker bij je is geconstateerd, maar je bedankt voor de molen van de operatie, bestraling en chemokuur.
Het is niet alleen de werkelijke 'ziekte' van de bevolking of de gigantische overhead die de gezondheidszorg duur maakt. Het is ook onze mentaliteit. Onze gezondheidszorg is vormgegeven op basis van de principes 'meten is weten', 'langer leven is beter' en 'manipuleren moet'. Uiteraard is dit niet zo gemakkelijk te veranderen, immers: op deze manier houdt de gezondheidszorg zichzelf in stand. Een chirurg die te vaak zegt dat opereren niet noodzakelijk is zet zijn eigen baan op het spel. Maar als we echt het beste voor mensen willen - en dat lijkt me het ideologische fundament van de gezondheidszorg -, dan is het nodig dat we inzien wat we nu eigenlijk doen.

zaterdag 2 juli 2011

de 3 meest legendarische platenhoezen





Volgens Davincini zijn DIT ze. En ik neem aan dat ik er niets over hoef te vertellen.
Want elke volwassene moet ze kennen. Anders is er in de opvoeding serieus iets misgegaan.

vrijdag 1 juli 2011

Tijdgenoten van Obama

Je maakt dit tijdsgewricht mee. Met al die mensen die je kent om je heen. Zoals nu iedereen die er is, er is. Maar er straks niet meer zal zijn, en uiteindelijk vergeten.
We bestaan nu in deze vorm, bij elkaar. We maken deel uit van elkaar, wij zij er, en straks niet meer. Dat hebben we gemeen. WIJ zijn het die over pakweg 100 jaar bijna allemaal vergeten zijn!
Het levert niet echt een ‘WAUW! moment op, deze gedachte, maar toch. Het schept een band.

Ook verreweg de meest bekende Nederlanders zijn geen grote namen.
In 2111 zal niemand meer weten wie Jort Kelder was, of Andries Knevel, of Sacha de Boer.

Enkele namen uit de politiek, cultuur en wetenschap, die zullen ze nog wel kennen, in 2111. Van deze enkelen, daar zijn wij dan tijdgenoten van.
Wij zijn het naamloze gepeupel. Getuigen van de geschiedenis. De een wat meer getuige dan de ander.

Toen president Obama aan de macht was,en toen de revolties in het midden oosten aan de gang waren, toen waren wij er ook. Wij hielden ons ook bezig met dingen.....we ruimden de keukenkastjes op ofzo.. weet ik veel

We worden straks gelinieerd aan de machthebbers
Je moet je toch niet voorstellen dat een nazaat in 2111 zegt: “mijn grootvader? Ik weet niet hoe hij heette of wat hij deed en dacht. Hij leefde in de tijd van Balkenende....."

Tot zover Davincini