zondag 31 mei 2009

Pinksteren

Is een Heilige Geestige een komediant die niet aan blasfemie doet?

Ja beste mensen, dit soort vragen roept deze tijd van het jaar op. De tijd van Pinksteren.
Wat Is Pinksteren? We vertellen van de Uitstorting van de Heilige Geest.

In de gemeente waar ik woon verschijnt een weekblad, en op de voorpagina daarvan staat op deze eerste Pinksterdag het volgende te lezen: "Wie op zondag spontaan wil gaan barbecueën, maar geen vlees in huis heeft, kan binnenkort ook in Bergen op Zoom nog dezelfde dag alle boodschappen in huis halen. Vier supermarkten in Bergen op zoom krijgen binnenkort toestemming om iedere zondag de deuren openen"

'Gatverdamme'', denk ik, 'wat een misselijkmakend voorbeeld. De Burger Wil BarB-Que, Kadavers eten!!! Schuif alles opzij!!

"Heilige Geest, time for action, stort U uit! Over hen!! Nu!!

zaterdag 30 mei 2009

Mieren

‘Kijk naar de mieren, gij luiaard’zo staat geschreven.

OK.
Zak chips,
biertje,
kussen op het tuinbankje,
parasol.

Es kijken…..

Miertjes.
Tut-tut-tut-tuttuttut
Wat een bedoening
En dat allemaal voor de inistandhouding van jullie soort.
Maar evolutie kennen jullie niet he?
Stukje chip?
Of bouwen jullie ondergronds gangen met iets meer finesse dan 1000en jaren geleden?
Ik geloof het niet echt.

Nee mieren; ik zou zeggen:
‘Kijk naar mij!!!’

Ik evolueer ook niet echt, maar doe tenminste niet alsof ik daar de hele tijd mee bezig ben.

Wat zegt Wikipedia?
Mieren mieren en mieren neuken.
Hmmmm

maandag 25 mei 2009

posters uit de oude doos



Ja, die goeie ouwe jaren 50. Nog geen sprake van AIDS he, in die tijd.

zondag 24 mei 2009

Gerts kado (2)

Thuis had Gert zijn best gedaan de frituurpan weer als nieuw terug in de doos te krijgen. De pan blonk weer,en stond heringepakt in oorspronkelijk plastic en piepschuim. De Winkel zou hem terug nemen. Immers: het was nog geen 8 dagen geleden dat hij het ding gekocht had, en hij had het bonnetje.
( 'had het bonnetje' dient altijd uitgeproken te worden met de tanden stevig op elkaar om er de juiste lading aan te geven

Gert plaatste de doos op de balie van de klantenservice. Hoe vaak had hij al niet met dozen bij een klantenservice gestaan? Een vertrouwd ritueel was het; bijna als de bar van een stamkroeg. Nonchalant leunend met de elleboog op de bar was hij getuige van een gesprek tussen een gezette kroegbaas en een corpulente klant. Het ging over het overgewicht van de klant. De slotconclusie was: ‘Liever rolletjes dan botjes’ De ander beaamde dit: ‘Zo is dat!’

Hierna Gert, of nee. De baliemedewerkster liet weten dat ze eerst nog een dringend telefoontje gepleegd moest worden en dat ze daarna naar hem zou komen, o.k?
Nee, niet OK.
‘Is er geen andere medewerkster?’vroeg Gert, een vraag die hem ogenblikkelijk het stempel: ‘ongeduldige zeikerd’ opleverde.
‘Meneer kan kennelijk niet wachten’scheerde de baliewerkster naar haar collega. Gert dacht aan rolletjes vet aan het spit boven een gigantische Bar-B-Que. Het laatste plaatje in een Asterix album.

De collega tilde de onwillige fritespan onhandig uit de doos, waarbij het piepschuim brak.

Maar even later was Gert op weg naar huis. Achterin hobbelde verbouwereerd frituurpan 2 . In zijn doos te wachten wat Gerts aanraking met ZIJN knoppen en elementen doen zou.

literal video



'Daydream Believer'van de Monkees.

Gerts kadootje ( 1)

Is het verstandig een 86-jarige een frituurpan te geven?

Dat hangt af van lichamelijke condities van de oude.
Staat het nog stevig in de steunzolen? Trilt het met de handen? Kan het nog voldoende zien? Die dingen.

Gerts moeder had onlangs laten vallen dat ze graag een frituurpan wilde. Met een kijkvensterglas.
‘Je hebt toch al een wasmaschine met een kijkvensterglas?!’zei Gert, maar zijn moeder reageerde hier niet op. Ze is 86; zijn humor heeft ze nooit begrepen, en het zal er hoogstwaarschijnlijk nooit meer van komen.
Gert besloot dat er een pan zou komen. Hij zou er eentje kopen voor haar verjaardag.
In de Witgoedwinkel BV bekeek hij enkele exemplaren op gebruikersgemak. De als ‘gezondere frituurpan’ bekendstaande pan, moest afvallen.Gert geloofde niet in het procédé. Je zou een gezonder frietje eten omdat het niet in 3 liter, maar in een halve liter vet is gebakken. Maar vet is vet.. 50 liter, 10 liter, een halve liter.
Een alternatief zou zijn de ovenfrites.
Maar ovenfrites is meer iets dat bleke vegetariërs naast hun linzen moeten eten, vindt Gert.

Bij de Pannengigant vond hij een pan met een schreeuwige sticker op de doos: De beste koop van 2008! Gert ging er voor. Het was een pan zonder kijkvensterglas, maar aangeraden werd met open deksel te frituren, en dan kon je alles nog veel beter zien.

Op de verjaardag pakte zijn moeder het pak uit. Dat ging zoals gewoonlijk niet vanzelf. Ze was, net als zijn vader, niet erg handig in het uitpakken van kadootjes. Uitpakken van kadootjes moest altijd een gehaast ritueel zijn, een zenuwachtig gestoei met het ontvangene, waarvan je je gaandeweg moest af gaan vragen, of het nog heel uit de verpakking komen zou. Er werd geroepen om een schaar, er kon niet zo snel een schaar gevonden worden, en toen er wel een schaar was kwam de discussie op gang waar de schaar het beste in het kado gezet kon worden.
Dit keer kwamen er geen pleister bij te pas, maar duidelijk kwam het woordje ‘Nee’op in Gerts hoofd op de vraag of het verstandig is om iemand van 86 een frituurpan te geven.

Gert zei dat hij de pan zelf over vier dagen in zou komen wijden. Dan kon hij zijn moeder aan de pan laten ruiken, en kon ze even onder begeleiding een kroketje in het frituurmandje doen.

Op een maandagavond stond Gert voor de deur, precies om half zes, zoals hij had gezegd.. Patatman!
Hij had blokken Ossewit bij zich, goddelijke snacks, en kwaliteitsfrites!
De tafel stond al gedekt. Majonaise en alles!
86, maar wel voortvarend.
Volleerd toog Gert in de keuken aan het werk. Sneed twee blikken Ossewit in kleinere hompen en verdeelde ze over het verwarmingselemant van de nieuwe pan. Stekkertje er in en op temperatuur brengen maar!
Waar zit de kunst in het frituren? Die is er niet.
Maar dan moet ie het wel doen. En hij deed het niet. Vreeeemmmmmd.
Was het stopcontact wel goed? Moest patatman het apparaat resetten?
Proberen maar.
Maar niets gebeurde.
Het lot sloeg een arm om Gerts schouder terwijl hij keek naar een lampje dat niet aan wilde slaan.

Als allerlaatste poging om het apparaat aan de praat te krijgen werd het gehate braaf meegeleverde boekje open geslagen. Een pro dient de gebruiksaanwijzing te bezien als een overbodig schrijven, zéker niet voor hem bedoeld, maar voor anderen. Sullen. Bebrilde sullen op terlenka sokken met altijd een open gulp.
Nu stond Gert op het punt zichzelf naar dat niveau te verlagen. Echter om in een daaropvolgend zweetuitspattend moment te lezen: “….in deze pan UITSLUITEND VLOEIBAAR frituurvet gebruiken”
Shit! Stekker er uit. Er moet vloeibaar vet in. Kon hij dat nog ergens kopen? Het was al bijna zes uur, en dan gingen de winkels dicht. Snel!
Bij zijn ouders in de buurt zoog De Spar de mensen uit. Gert kon er nog net twee veel te dure flessen fritesolie krijgen, waarmee hij even later weer in de lift op weg was naar de 10e verdieping. Daar woonden ze, het naar frites snakkende echtpaar waar de mayonaisefles als een baken van geloof en volharding nog steeds op tafel stond.
Zijn moeder was bezig hompen ossewit uit de nieuwe pan in een plastic zakje te doen.

Eigelijk wist hij het al.
Natuurlijk zou er ook geen lampje gaan branden wanneer hij het ding zou vullen met drie liter olie. Hoe hij ook aan de schakelaar zou draaien en zou resetten.
Wat hij deed was kijken of het klopte.
En het klopte.

De friteszaak in de buurt was dicht. En Gerts moeder vroeg of hij een broodje wilde. Of een kopje soep..

Nonsence-block

Vaak wanneer Gert zich zette om te gaan schrijven, en met de pen in de aanslag voor een blanco papier zat, waarop hij de woorden, zinnen, spinsels of zieleroerselen zou schrijven die tesaam een beeld van zijn gedachtengoed weer zouden geven, gebeurde het.
Zijn hoofd werd acuut zo leeg als het papier zelf. Alsof het blanco vel, een zacht kussen, over het ademen van zijn hersenen werd gedrukt, en hem bijna comateus, achterliet, de lege blik op het blanke vel.Zijn pen een leeggespoten fontein. Nog slechts een huls in Gerts handen.
Het enige, eerste en laatste wat hij dan op wilde schrijven, en wat in hem op kwam was ‘KUT’

‘Kutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutkutk’

Overigens: 'gedachtengoed' Je hoort er weinig meer van. Het afgelopen decenium leek het iets exclusiefs voor Pim Fortuyn. Hij had dat, schijnbaar: Een gedachtengoed.

Mooi hoor.Klinkt interessant. Wil ik ook wel. Maar zoiets kun je volgens mij alleen postuum toegewezen krijgen.
Behalve als het het gedachtengoed is van iemand anders. zoals de leden van de LPF indertijd. Die kregen een gedachtengoed bij leven.

Postuum zijn zij hooguit mensen die met het gedachtengoed van Pim Fortuyn opgezadeld hebben gezeten.

zaterdag 16 mei 2009

daar gaan we heen!

In het plaatselijke theater is veel te zien dit seizoen. We kregen de gids binnen van theaterseizoen 2009 - 2010.
Ernesto & Marcellino en Wilfried Finkers komen ook met een programma. In de gids staat dat ze laten zien dat er in het leven meer is dan alleen diepgang. Vol overtuiging tonen ze ons de onzin van het bestaan.

Kijk, dat lijkt me wel wat. Daar heb je wat aan!

Hoewel er aan de andere kant natuurlijk wel al veel mensen zijn die ons laten zien dat er in het leven meer is dan diepgang.

Tja.
Wat nou?
Gaan of niet gaan?

Dat wordt weer keuzes maken.

zondag 10 mei 2009

Druiveland

Camping Druiveland bij Overijsse ( België) , daar waren we.
In de gids, en ook in de folder hadden we gezien wat er daar zoal geboden werd.

 une table de ping-pong
 een petit-magazin
 een wasmachine en een droogrtommel
 een location de vélos
 een trekkershut
 mooie fiets- en wandelroute’s
 en niet te vergeten: rust

Een simpele camping dus. Voor de rustzoeker. Mensen die graag in een trekkershut willen verblijven, en dan met de fiets de omgeving verkennen en daarna het bezwete shirt in de wasmachine en de droogtrommel gooien.
Genieten is genieten.
Ik ken rustzoekers die campings mijden waar zich une table de ping pong bevindt. Die dingen trekken immers jeugd, en die gaan dan hangen, en die hoor je vervolgens ’s avonds over het terrein lallen.

Zeker wanneer je het constante geraas van de nabij gelegen E411 niet meerekent, kun je spreken van een rustige camping. Daar doet de pingpongtafel niets aan af. Bovendien zijn er grote plekken met wijds uitzicht, water en electriciteit. Waarom daar niet over gerept in hun wervende folder?
Men heeft het nota bene over de fiets- en wandelroute’s alsof ze die zelf in de streek aangelegd hebben voor ons. Met z’n tweetjes.
De eerste zagen wij al voor we de kans hadden gekregen naar de receptie te gaan. Ik had de auto met caravan geparkeerd voor de gesloten slagboom ( wel zo dat andere rustzoekers er gemakkelijk langs zouden kunnen).
Een bleke, ietwat slozige verschijning liep ons tegemoet en heette ons welkom.
Dat was vriendelijk.
Misschien kon ze van opgetogenheid niet op haar bureaustoeltje blijven zitten – ZO BLIJ dat er eindelijk weer gasten aankwamen – dat kon ook. De camping bood immers een stille, hunkerende aanblik.
We betraden het kantoortje waar de inschrijfformaliteiten hun aanvang konden gaan nemen.
- een kaartje voor de slagboom, 50 euro borg
- Campingcarnet? Nee, die hebben we niet
- Hoeveel nachten we zouden blijven? Dat wisten we nog niet
Die dingen

In het kantoortje stond in een hoek een opstelling met brochures en folders die de weinig verheffende omgeving torenhoog aanprezen. In een andere hoek stond een legkastje waar in, zo leek het even, haastig wat dingen waren neergezet: een fles zonnebrandcrême, een blikje Kronebourg, een kuipje smeerkaas, plastic flesjes met lang houdbare melk, twee pakjes spagetti en nog wat van die dingen. Het drong tot me door dat dit wel eens zou kunnen zijn, wat in de ANWB gids middels een handig pictogram werd aangeduid als ‘campwinkel’ Geopend van half mei tot half september.
Achter in de auto reed ik rond met een aanzienlijk grotere voorraad aan levensmiddelen. En als de inhoud van dit legkastje inderdaad de campwinkel was, dan was mijn Opel Zafira de SRV campingwagen. De ironie moet in mijn stem doorgeklonken zijn toen ik haar vroeg, of dat wat ik daar zag staan de kampwinkel was. ‘U moet daar niet mee lachen’zei ze. Want de belangrijkste zaken had zij hiermee toch in huis.

Er was geen wijn, geen cola, geen eieren. Er stond 1 blikje bier, zielig op een plankje, alsof het erop wachte als op de kermis met een softie-bal van het schap omvergegooid te worden.

Rustzoekers moesten waterdrinkers zijn. En wílden ze wat anders, dat was er altijd nog dat blikje bier in de kampwinkel!
Allee, zij was er in ieder geval content mee.
Ze prees als een medewerkster van de plaatselijke VVV de omgeving aan. Voor ons Nederlanders, verwend en blasé, bleek de streek als geheel toch eerder een ondermaats campingwinkeltje.

Maar ach, met goed weer was het er voor de rest goed toeven.