Thuis had Gert zijn best gedaan de frituurpan weer als nieuw terug in de doos te krijgen. De pan blonk weer,en stond heringepakt in oorspronkelijk plastic en piepschuim. De Winkel zou hem terug nemen. Immers: het was nog geen 8 dagen geleden dat hij het ding gekocht had, en hij had het bonnetje.
( 'had het bonnetje' dient altijd uitgeproken te worden met de tanden stevig op elkaar om er de juiste lading aan te geven
Gert plaatste de doos op de balie van de klantenservice. Hoe vaak had hij al niet met dozen bij een klantenservice gestaan? Een vertrouwd ritueel was het; bijna als de bar van een stamkroeg. Nonchalant leunend met de elleboog op de bar was hij getuige van een gesprek tussen een gezette kroegbaas en een corpulente klant. Het ging over het overgewicht van de klant. De slotconclusie was: ‘Liever rolletjes dan botjes’ De ander beaamde dit: ‘Zo is dat!’
Hierna Gert, of nee. De baliemedewerkster liet weten dat ze eerst nog een dringend telefoontje gepleegd moest worden en dat ze daarna naar hem zou komen, o.k?
Nee, niet OK.
‘Is er geen andere medewerkster?’vroeg Gert, een vraag die hem ogenblikkelijk het stempel: ‘ongeduldige zeikerd’ opleverde.
‘Meneer kan kennelijk niet wachten’scheerde de baliewerkster naar haar collega. Gert dacht aan rolletjes vet aan het spit boven een gigantische Bar-B-Que. Het laatste plaatje in een Asterix album.
De collega tilde de onwillige fritespan onhandig uit de doos, waarbij het piepschuim brak.
Maar even later was Gert op weg naar huis. Achterin hobbelde verbouwereerd frituurpan 2 . In zijn doos te wachten wat Gerts aanraking met ZIJN knoppen en elementen doen zou.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten