In de stationshal loop ik ingehouden gehaast in de richting van de bordjes die ik verderop zie hangen. Die met het mannetje en het vrouwtje. Er staan letters onder. Onder het mannetje staat HH. Onder het vrouwtje staat SS.
Iets met Hermanos en Signorita denk ik. We zijn in Peru. Ik spreek geen Spaans, maar ik ken een paar woordjes. Sesamstraat-niveau is nog een doel in de verte.
Er aangekomen zie ik
een loket met daarachter een mevrouw met schort. Ik neem een bordje
waar met tekst en ernaast een schoteltje. Bij een kat zou je wat melk
in het schoteltje gieten, of water. Maar op het bordje staat dat er
0,50 Soldes in moet. Tenminste, als je gebruik wilt maken van het
toilet. En dat was wel de opzet. Ik heb 0,50 gepast. Yes!! Ik ben
altijd blij dat ik dan gepast geld heb! De vrouw wijst met een korte
beweging van haar hoofd met haar kin naar iets achter me. Ik kijk. Er
hangt een grote rol toiletpapier. Ik begrijp meteen dat die niet
helemaal alleen voor mij bedoeld is, en dat ik geacht wordt er een
hoeveelheid van af te nemen waarvan ik denk dat die toereikend zal
zijn om me daarmee na mijn behoefte gedaan te hebben te reinigen.
Dus, dan maar beter het zekere voor het onzekere nemen, zonder al te
inhalig te willen zijn natuurlijk. Want de vrouw met het schort houdt
me wellicht in de gaten.
‘Mijn behoefte’
doen. Alsof het de enige behoefte is van de mens. Schijten. Ik heb
wel meer behoeftes. Sommige mensen hebben behoefte aan een stiekeme
sigaret op het toilet
Sommigen hebben
behoefte om even te escapen en even met rust gelaten te worden.
Met het papier in de
hand stap ik verder in de wereld van het stationstoilet, dat er
overigens proper bij ligt. Naast de toiletpotten een kunststof
prullenbakje. Daar moet na afloop het gebruikte toiletpapier in
worden gedeponeerd, want het papier in de toiletpot mee laten flushen
kan verstopping veroorzaken, en dat wil niemand. Het wil een enkele
keer weleens gebeuren dat ik het vergeet, en dat ik het besmeurde
papier uit automatisme achter me laat vallen, maar dat heeft tot
dusver nog geen nare gevolgen gehad van overlopende toiletpotten en
zo meer.
Goed.
We zijn dus in Peru.
Dat begreep U al.
3 weekjes Peru. Zuid
Amerika.
Waarom zeg ik
‘weekjes’ en geen ‘weken!?’
Omdat drie weken
Peru kort is. Het land is groot en er is veel te zien en te doen, en
we willen graag niet jakkeren, Daar hebben we een hekel aan:
jakkeren. Dat doen we thuis al genoeg.
Peru: Ik ben er niet
eerder in dit leven geweest. Het is er nu van gekomen omdat zoonlief
een half jaar in Cusco bivakkeert. Hij loopt stage bij een travel-
agency. We vonden het leuk en hadden de mogelijkheid om een beeld te
krijgen van zijn reilen en zeilen en zijn verblijf daar.
Dat hebben we ook
enigszins gekregen. Daarover later. Misschien.
Zoon is tijdens ons
bezoek met uitdrogingsverschijnselen in het ziekenhuis beland. Moest
aan het infuus en aan het zuurstof. Behulpzame verzorgsters met
plastic kapjes over hun zwarte haren kwamen aan zijn bed om hun ding
te doen. Witte schorten en outfits zijn kennelijk slechts aan
doktoren voorbehouden. Want de verzorgster die naast zijn bed stond
droeg een donsjack, en een ander een verschoten roze flanellen
blouse.
Een koffiekleurige
huid hebben ze, de Peruanen. Een teint die afstak tegen het witte
koppie van onze zoon in het ziekenhuisbed . We hoefden ons geen echte
zorgen te maken over zijn gezondheid. Het was duidelijk dat hij snel
zou herstellen.
Met de taxi naar het
ziekenhuis heen-en weer. Die rijden er maar zat. Je hoeft alleen maar
je arm op te tillen en er stopt er een. Vaak genoeg wordt er gevraagd
of je een taxi wil. Dat wordt gevraagd met een ultra-kort zinnetje
door de chauffeurs. Ze roepen het door de open raampjes van de
portieren: ‘Hello Taxi!?’
Dit soort zinnetjes
zijn niet ongewoon. In Azië zijn we er ook mee doodgegooid.
Hello Massage? Hello
photo? Hello souvenirs? Er zijn mensen die de hele dag onvermoeibaar
en onvermurwbaar op straten en pleinen met hun koopwaar leuren om die
bij toeristen aan de man te brengen. Vrouwen vaak, getooid in
traditioneel Peruaanse kledij. Overigens wordt dat niet gedragen
omdat het zo aardig is voor de toeristen, maar omdat het er gewoon
nog in zit. De gewoonte dat te dragen . Hoe lang nog, kun je je
afvragen. In Cusco, een grote stad in Peru, zie je dat de
klederdracht vooral door de ouderen wordt gedragen. In kleinere
dorpjes zie je ook kinderen die nog traditioneel gekleed gaan.
‘Hello
amigo!’begroeten ze me me hier. Dat klinkt grappiger als ‘Hello
friend!’
De vliegreis naar
Peru was niet rechtstreeks. Natuurlijk was er wel een mogelijkheid om
rechtstreeks naar Lima te vliegen vanaf Amsterdam; je doet er
dan veel minder lang over, maar je betaalt dan ook bijna twee keer zo
veel!. We kozen ervoor te vliegen vanaf Brussel Zaventem ( twee jaar
geleden nog het toneel van een ISIS aanslag waarbij 17 doden vielen).
Dan met een overstap die in Newark zou zijn. We melden ons bij de
maatschappij waarbij we vlogen, United Airlines, maar niet voordat we
door een luchthavenbeambte waren ondervraagd. Moest mijn dochter niet
naar school? Wat gingen we doen? Waar bleven we dan? Was het druk
onderweg?
Gezellig hoor,
iemand die zo menselijk en betrokken is bij de passagiers…..maar ik
had het idee dat er toch meer aan de hand was. Zij wilde weten of we
geen terroristen waren, vermomd als onschuldig lief gezinnetje. Pappa
mamma dochter zouden immers ik weet niet wat kunnen doen om de
Amerikaanse samenleving onderuit te halen, en dat willen ze niet, die
Amerikanen. Die moeten er niet aan denken dat hun hamburger cultuur
aangetast zou worden.
Amerikanen….het is
dat discriminatie uit den boze is, anders zou ik er graag wat over
willen spuien.
Voor we in het
vliegtuig zaten waren we dubbel gecheckt, De handbagage was twee maal
doorgelicht. De vinger en duimafdrukken waren genomen. De ogen waren
gefotografeerd, In het afgesloten hokje was ik gescand op metalen
voorwerpen. Als ik geen misdadiger was voelde ik er wel één in me
opkomen. Wat ontbrak was de controle met honden. Dat kwam later pas.
Op de terugweg.
Wat het idiote is:
ik werd gecontroleerd op o.a het dragen van wapens. Maar die hoef ik
helemaal niet mee te nemen naar de US. Die kan ik er immers simpel
zelf kopen.
In het vliegtuig
naar Newark vulde ik het formulier in waarin ik behalve al mijn
persoonlijke gegevens ook het adres van mijn eerste overnachting
diende te vermelden.
Om over te stappen
in de States heb je evengoed een soort visum nodig. Dat heet een
ESTA-permit. De overheid ontvangt zo een aardig bedrag van al die
mensen die via de Naai Steeds reizen
In het land van de
onbegrensde mogelijkheden voelde ik me onbehoorlijk begrensd. Voor
wij ons van de luchthaven van Newark in ons vliegtuig naar Lima
konden begeven dienden we twee uur lang in de rij te staan eer we
door een volgende check van de douane konden. Erger ik me dan? Ja,
maar ik probeer het niet te doen. Ik kijk net zo geblaten als als de
andere schapen in de rij.
Verder was het goed
hoor, het vliegen.
Nou ja?
Het eten was goed.
En de on-line melding die we hadden gedaan dat onze dochter een
vegetarische maaltijd wenste was werkelijk doorgekomen.
Leuk man. Dat
sommige dingen werken!
Het schermpje dat we
voor ons hadden liet ons vluchtgegevens zien. Bovendien was er ook de
mogelijkheid om uit een filmpakket er een te kiezen die je zien
wilde, en er was oa ook de mogelijkheid om een spelletje te doen.
De
veiligheidsinstructies werden voor vertrek via het scherm
gepresenteerd. Op een manier zo vrolijk en hip, dat je zou wensen dat
het zuurstofmasker acuut naar beneden zou vallen om het feest te
beginnen.
Vliegen in een
vliegtuig. Het vol gas gaan en liften, dat is mooi.
En dan. Landen in
een continent waar je nog niet eerder was. Zuid Amerika
Lima
Een nachtje zijn we
er geweest, in Lima. Volgens de planning ook
Van tevoren waren we
van verschillende kanten gewaarschuwd om al onze persoonlijke
eigendommen extreem goed in de gaten te houden, want….voor je het
weet…..sta je bij het bureau ‘Aangiften diefstal’
De taxichauffeur was
van mening dat de straat en de wijk waar we moesten zijn ‘dangerous’
was. Maar we kwamen toch ongeschonden en in het bezit van al onze
meegebrachte spullen terecht in ons onderkomen. Een slaaphok met
prive-douche.
We bevonden ons niet
in de binnenstad van Lima. Maar ergens in een buitenwijk niet al te
ver van het vliegveld
Tijdens een
wandeling de volgende ochtend viel het me op hoeveel hekwerken er te
vinden waren in dit gebied. De hekwerkengigant moest overuren
draaien!
Dit was ons de
vorige avond ook al opgevallen. De avond-minimarket was open en dicht
tegelijkertijd. Omdat wij als rechtgeaarde alcoholisten toch nog iets
van een versnapering wensten hebben we door een getraliede shop onze
wensen van buiten naar binnen geroepen naar het meisje in de
bevoorraadde cel. ‘Una Cerveza por favor!! Una Vino Blanco!!!’
Ze was later zo
behulpzaam om ons door de ijzeren stangen door een kurkentrekker aan
te reiken zodat we de fles wijn konden openen.
Slechte wijn . Goed,
dat kan wennen. Maar deze echt niet. De inhoud met verzuurd hoofd
door de afvoer van de wastafel in ons onderkomen gegoten.
Overal getraliede
ramen, straten die met hekken waren afgesloten . Niet het toonbeeld
van een gemoedelijke stad. Het stond niet in de planning om er langer
te blijven. Geen behoefte aan ook.
Wat is het toch
heerlijk om in een land als Nederland zuiver drinkwater uit de kraan
te hebben lopen. Hier is het weer sjouwen met plastic flessen met
drinkwater.
Het centrale plein
in Cusco is ‘Plaza des Armas’. Daar is vaak wat te doen. Het is
niet altijd duidelijk WAT, voor ons onwetenden van de Peruaanse
cultuur. Dan verzonnen we maar wat. Zo verscheen er een grote groep
studenten tegen acht uur s avonds voor de Kathedraal. Ze riepen
leuzen en deden manifestatie-achtige dingetjes. Dochter en ik meenden
dat het om de ‘Acht uur’ groep ging. Een groep die zich s avonds
tegen acht uur verzamelde om te eisen dat het vaker en langer acht
uur zou blijven. Een groep die hardnekkig elke avond terug zou komen.
Mijn dochter en ik
vinden elkaar vaak in onvoorstelbaar flauwe humor.
We keken het
allemaal aan vanaf een hoger gelegen balkon van een koffiebar.
Als je Peru zegt,
dan zeg je Machu Pichu.
Of zoals sommigen
zeggen Michu Pichi
Maar het is Machu
Pichu.
DE ‘Must See’
van Peru. Je kunt er op verschillende manieren komen. Maar niet
zomaar. Het bezoekersaantal is gelimiteerd, en wordt goed
gecontroleerd. Een officiële aanvraag om de ruïne te mogen bezoeken
hoort bij de trip en de kosten lopen daarbij op. Ook het overnachten
in de buurt is prijzig, en de trein die je aan de voet brengt van de
te beklimmen hoogte is niet goedkoop.
Geef ze maar eens
ongelijk. Zo rijk is Peru niet. Ik zag er veel armoede.
De vraag is alleen
of extra inkomsten ook ten goede komen aan de stumperds die hun leven
afsukkelen zoals we soms zagen.
We verbleven in
Aguia Calliente. Daar vandaan is het ca 400 meter omhoog om bij het
complex te komen. Dat kun je te voet doen. Steil omhoog is dat en
vergt wat van je conditie. Maar je kunt het ook met de bus doen. Dan
zit je met je toeristenhoofd tussen de gemakzuchtigen, de watjes of
de slimmeriken. Net hoe je het labelt.
Ik wilde lopen. Niet
te flauw
En ik wilde de Machu
Pichu in het ochtendlicht zien. Dit betekende: 04.00 opstaan. En nog
in het donker voor 04.30 vertrekken.
Wat je al niet doet
op vakantie.
Het waren er
honderden die zich verzamelden voor de klim naar boven. Ik was
onmiskenbaar 1 van de oudere wandelaars die die ochtend omhoog togen.
Was dat wat voor mij
als einzelganger?
Nee. Natuurlijk
niet. Einzelganger ben je niet voor niets geworden! Maar er was geen
ontkomen mogelijk aan het toerisme hier. Ik had me te schikken. Dat
lukte me ook wel. Zonder te duwen zelfs!
‘….De lange
stoet de bergen op van het circus Jeroen Bosch. En ze praten en ze
zingen en ze lachen allemaal, want daar achter de hoge bergen ligt
het land van Maas en Waal...’
Hoe divers de talen
ook die de deelnemers spraken op weg naar de ‘verloren stad’ ,
het gehijg en gepuf klonken hetzelfde. Het zweet op ieders hoofd
verbroederde ons ploegenden. Hoewel het altijd raadzaam is uit de
buurt van Amerikanen te blijven.
Wolkenslierten rond
bergtoppen. Een sprookjesachtig toneel.
Het was een
uitgebreid gebied waar we uiteindelijk belandden. Toeristen konden
zich goed verspreiden en dat deden ze ook. Hier en daar stond een
bordje met daarop een fotocamera. Dat betekende dat er van daar een
prachtig plaatje geschoten kon worden. Een bordje waarbij eigenwijzen
zoals ik zich meestal verre van hielden, want we vonden immers ZELF
wel een plekje om mooie foto’s te maken.
Daar stonden we met
ons bezweette hoofd en ons donsjack. Vanaf het bordje keken we rond.
Mist was al dat we zagen.
Maar al gauw gaven
mysterieus ogende bergpieken zich langzaam bloter en bloter. Wat de
mist deed die ochtend was de omgeving langzaam van zijn ragfijne
flarden stof ontdoen. Het was een door een geheime hand geregisseerde
mysterieuze striptease die mijn ogen deze ochtend mochten
aanschouwen. En ik voelde ontroering opkomen bij het beeld van de
nakende ruwe schoonheid van de oude Inca-stad in haar omgeving, die
langzaam stukje bij beetje aan ons werd getoond.
Een intens gevoel.
Ik kende het,
natuurlijk, van foto’s.
Maar een foto blijft
maar een foto. Dit was echt. De mooiste ervaring.
Daar lag het.
Naakt en prachtig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten