Ik wilde wat schrijven over een vervoersmiddel dat ik hier hogelijk bewonder . Waar ik een aantal maal in heb mogen zitten en dat in mijn ogen niet het respect krijgt wat het verdient.
Ik wil het hebben over de bus. Dat public transport in Nepal. Dat dappere stuk blik op wielen . Dat zich laat manouvreren in de stad, in een gevecht voor elke decimeter ruimte. Schokkerig. Piepend kreunend . Stotend. Hobbelend gaat het maar door met een wilskracht die ons mensen niet gegeven is. Het klaxoneert . Het ronkt. Het stopt,trekt op, stopt, trekt op,stopt, trekt op. Onvermoeibaar volgt het de instructies van zijn berijder. Ook al zit het onder roest, lijdt het onder deuken. Het blikken monster beweegt. Gaat door! Het vervoert soms veel te veel mensen die ook het gangpad en zelfs het dak van het voertuig innemen. De bus rijdt. Torst al het gewicht mee door de stoffige straten en tussen donkere uitlaatwalmen. Dapper klinkt de klaxon weer.
Als niets het meer doet. De besmeurde en gefolterde bus rijdt door met gescheurde en losgetrokken bekleding, ramen die te los in hun sponningen zitten en rammelen maar ook niet barsten willen. Hij rijdt door. Laat zich bekloppen Over modderige paden. Door kuilen over stenen langs ravijnen. Het ploft kraakt loeit schreeuwt wiebelt schommelt om elke keer weer als die gehavende maar onverslaanbare Goliath verder te trekken. Ode aan deze bus.
Een wonder dat ie s avonds nog op zijn wielen staat. En niet veranderd is in schroot.
Hij staat er nog. Een monument van doorzettingskracht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten