De nacht is zwart. Zo zwart als de vogels wiens gekrijs je even doet geloven dat de stad door hen is overgenomen in de tijd dat je sliep . Een haan kraait. Nog een haan kraait. Ze kraaien aldoor. Niet alleen bij zonsopkomst. Maar al veel vroeger beginnen ze met hun aanstellige gekukel het leven te wekken .
Het is heijig en licht bewolkt in Pokhara. Vanuit mijn hotel zie ik dat. En dan betekent dat de onvoorstelbare schoonheid van de grootste reuzen ter wereld zich deze ochtend niet zal openbaren aan ons.
Pokhara ontwaakt. Zondagochtend. Vrachtwagens trekken op. Stemmen klinken nog wat hol tegen muren. Het geluid van bijeengebonden harde flexibele stengels die het vuil van de vorige dag in de goot vegen. Gestuurd door waarschijnlijk een vrouw in kleurrijk gewaad.
De dag gaat beginnen. Al meteen worden de Goden getrakteerd op bloemblaadjes en rijsthapjes. Nog een vrachtwagen begint te ronken. Het begint nu echt licht te worden.
Misschien morgen. Misschien laten dan de reuzen zich zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten