In Ochtendlicht, in avondschemering, in het duister
in de eeuwigheid
bewaken giganten een werelddeel, stoppen trots en onverzettelijk opgestuwde golven.
Ouder worden ze. Sporen van strijd diep gegroefd.
Gaten zijn geslagen, maar de onverzettelijkheid blijft.
In schachten fluisterend tegen donderend gebulder
van de even onverzettelijke vijand die komt en gaat en komt.
Donker, mysterieus, en in het zonlicht opblinkend tot goud
Littekens decoreren als wel benadrukken hun strijd
en worden bewonderd door hen die ze zien.
Zwijgzame helden aan de rand van een continent
1 opmerking:
PRACHTIG!!!
Een reactie posten