Geloven is niet weten, want als je het wist dan hoefde je er niet het niet meer te geloven.
Maar dat is het niet. Het blijft geloven. Er horen rituelen bij. Communicatie met iets of iemand. Met een visueel onwaarneembare.
Geloven is niet weten, want als je het wist dan hoefde je er niet het niet meer te geloven.
deze foto.
Wat ik nu aan het doen ben - het slaat eigenlijk nergens op. Ik wilde eerst zeggen: 'Met totaal onbelangrijke zaken!!'
Maar wat is belangrijk en wat niet? En wie bepaald dat? Bepaal Jij dat? Laat het weten of dat zo is, maar ik dacht: Niemand bepaald dat! Uiteindelijk is er geloof ik niet buitengewoon veel van wezenlijk belang. We doen maar wat. We leven ons leven en houden ons bezig. Dingen doen zich voor of niet. We pakken dingen op of laten ze liggen. We proberen het goed te hebben, ons lekker te voelen.
Hij was er beroerd aan toe
Hij zweette, moest braken en hij had behoorlijke diarree.
Maar iedereen was het er over eens, dat vergeleken met die woordenstroom van vorige week ( en ook die van de week daarvoor)
dit verreweg het beste was wat uit hem kwam
LOUSCHE
Het Nederlands elftal in Quatar staat klaar op het veld
De hand op het hart
Hé! niet het Nederlandse volkslied kinkt,
Maar het Nepalese
Lousche
Italianen zijn boeren. Boeren in de zin van: 'Wat ie niet kent, dat eet ie niet'
Kijk, wij Hollanders, wij aten zo'n 55 jaar geleden niet veel anders als aardappelen, groente, vlees.
Stamppotje. Jus, spruitjes, witlof, kool, spinazie, gehaktbal, karbonade, speklapje. Dan heb ik het leeuwendeel van ons voedingspatroon van toen wel te pakken. Ik krijg er nu gewoon zin in als ik het opschrijf. Dat is ons typisch Holland eten. He-le-maal niks mis mee. Je ziet wel eens mensen misprijzend kijken wanneer ze over een Hollands gerecht horen, mensen uit Holland met een bepaalde air. Het is meer een houding denk ik, bij die mensen. Een houding die moet aantonen dat je een man van de wereld bent , en een verfijnde smaak hebt. Niet meer moet denken aan die maaltijden 'van toen'. Ze kijken erbij alsof ze het over kots hebben. Geen idee hoe ze erbij komen, en ze zitten er ook falikant naast. In mijn optiek laat je eerder zien dat je een stumper bent. Geen goede jeugd hebt gehad waarschijnlijk, en het eten uit die tijd associeert mèt die slechte jeugd. Zou dat kunnen?
Met Hollandse maaltijden was niets mis. Ik luister even niet naar betweterige diëtisten en andere voedingsdeskunigen. Mensen vonden het heerlijk en werden er oud mee. Maar daarnaast was de Nederlander bereid om ook ook eens iets anders te proberen toen dat eenmaal zijn intrede deed. Bij sommige gezinnen duurde het een tijdje, maar uiteindelijk zijn verreweg de meeste Nederlanders overstag gegaan. Want we kwamen in aanraking met andere culturen, wij gingen als graag reizende Nederlanders naar anders culturen toe, of ze kwamen zelf hierheen en daar kwam ook die aanraking met andere voeding. We gingen over op chili con carne, nasi, bami, couscous, shoarma, dönner, ravioli, lasagna, tzatziki, moussaka en sufflaki, baklava en tirimasu, sushi, en noem het allemaal maar op. We waren Nederlanders en geen stug volk wat dat betreft. We hielden het 'andere'eten niet buiten de deur. Pizza's deden massaal hun intrede.
Maar nu de Italianen.
Italianen eten pasta. Basta. Pastadeegballen die ze in alerlei vormen presenteren. Ravioli, tagliatelli, spagetti, macarani, gnochi, pizza's natuurlijk. Deze Mediterranen zitten er in mijn ( let wel) gebrekkige Italiaanse optiek helemaal in vastgekleeft. Ik loop hier in Noord Italië vaker langs terrasjes waar ik Italianen hun pasta's naar binnen zie werken. Een immer weke deegmassa van lange slierten of doorbuigende pizza's doordrenkt mat een tomatendiarree, altijd maar weer die tomatendiarree waar dan wat tussen drijft van wat dan iets van groente zal zijn, of vis, of kaas. Prakken pasta, waar ik ook kijk. Italianen eten éénzijdig. Op de menukaarten in de restaurants zie je het ook. Pasta voor, pasta na. Net alsof je hier in Holland in een goed restaurant gaat eten en je de keus hebt tussen gebakken aardappeltjes, gekookte aardappelen, krieltjes, patat, vlaamse of Franse frites, stamppot, puree, potertjes, gepofte aardappeltjes, aardappel-gratin, rösti rondjes, pommes duchesses, of pommes parisiennes.
Persoonlijk vind ik dat je met aardappelen ( ach, wat een woord! laten we het zeggen op de manier waarop de Fransen het doen''les Pommes de Terres' ) veel meer kunt variëren dan met pasta. Kale pasta is week spul. Hoezeer ze ook hun best doen om het in verschillende hoedanigheden te presenteren, het blijft week. Mais Les Pommes de Terres! Je kunt ze frituren, bakken, koken, in de oven doen etc, en dan veranderd er behalve de vorm ook iets met de smaak van de pomme. Die kan krokant worden bijvoorbeeld. Afin..
Rijst zie je ze hier in Noord Italie ook vrijwel nooit eten trouwens, of sushi of welk ander wilekeurig gerecht dan ook.
Overigens eet ik zelf ook wel eens pasta hoor. Met smaak. Met veel groente er bij en niet te veel tomatenpulp . Dat kan genieten zijn.
Je schijnt van te veel pasta eten ook heel druk te gaan praten en gesticuleren trouwens. Maar dat zal wel een fabeltje zijn
Klagen doe je niet. Hoor je niet te doen. Mensen die klagen worden dan ook zeuren genoemd. Zeurders moeten aanpakken, en niet blijven hangen in geklaag . Of ze moeten leren om met hun ongenoegen te leven. De eeuwige pijn, de mislukte dingen, dat ongeluk, dat verdriet, die frustatie . Hou er in Godsnaam mee op om het er alsmaar over te hebben.
Uit het, laat het weten, misschien dat de ander je een tip kan geven, maar zo niet, hou er over op. Val de ander verder niet lastig, want hij gaat er genoeg van krijgen en laat je op een gegeven moment links liggen, en dan heb je weer wat om over te klagen. In Israël weten ze dat. Je moet niemand tot last zijn met telkens hetzelfde verhaal over je misère, dan kun je beter tegen een muur zeuren. Ze hebben een muur gebouwd voor de klagers. 'Ga daar maar klagen' hebben ze bedacht.
Wij hebben geen klaagmuur, maar allerlei peuten in het leven geroepen waar mensen tegen mogen klagen, en die we kunnen aanraden op het moment dat we het gezeur zelf he-le-maal beu zijn.
Maar een keer je ongenoegen uiten en daarvoor aandacht vragen is natuurlijk wat anders. Dat doe je onder familie, vrienden, goede luisteraars.
Ik ga even wat delen. Ik durf het bijna niet te doen, want het heeft iets weg van klagen en ik weet wel dat ik daar eigenlijk totaal geen reden toe heb!! Nu al helemáál niet. Ik verblijf momenteel in een appartementje op Murano, Venetië. Ik heb vakantie, en alles zit ( praktisch) mee. Maar over dat woord tussen haakje, praktisch, daar wil ik het over hebben.
Reizen moet je liggen, en ik houd ervan. Al kun je je afvragen wat dat is: reizen. In een gesprek daarover laatst kwamen we er achter dat reizen veelal te doen heeft met ontmoetingen. Gesprekken hebben met anderen. Openstaan voor anderen. Jarenlang heb ik gelift. Als lifter door het buitenland was ik werkelijk op reis. Ik ontmoette veel mensen en hoorde wat ze bezig hield.
Nu rijd ik met mijn vrouw door Noord Italië in onze Toyota. We spreken de taal niet, we komen enkel in kontakt met de mensen die ons bedienen in de restaurants, de kassameisjes, en de verhuurders van appartementen. We zijn toeristen. Ik zou graag willen zeggen dat we reizigers waren, maar op de keeper beschouwd is dat niet waar. We zijn toeristen die een ander sfeertje willen proeven dan thuis en mooie dingen zien.
Dus dat doen we. Naar hartelust!
En bij het rondtrekken horen tegenslagen. Dat weten we ook. We zijn op de bonnefooi op pad. Dat klinkt veel mensen avontuurlijk/ romantisch in de oren. "Leuk zeg!"is een veelgehoorde reactie.
Het regelen ervan is echter waar het kan gaan wringen. Keer op keer zijn wij immers genoodzaakt een onderkomen te zoeken voor de nacht. Een hotel of liever nog een appartementje. Het zoeken naar zo'n gelegenheid is vaak een wat nerveuzige bezigheid. Ze liggen niet voor het oprapen, die hotelletjes, Veel zijn er buiten het seizoen niet open. Bovendien zoeken wij een betaalbare gelegenheid ( wie betaald er in Godsnaam 263 euro per nacht !!??)en goed bereikbaar. Het moet een 'buiten'hebben ( een balkon of tuin) wifi, en het liefst een badkamer die je niet hoeft te delen. Het liefst ook in de buurt zijn waar wij willen zijn. Zo'n slaapgelegenheid vinden voor de komende nacht, dat is een zoektocht op je mobiel langs 'maps' van Google, apps als Booking.com, en AirB&B. Een zoektocht die afhankelijk is van de ontvangst van het wereldwijde web. Want valt de verbinding weg...dan kun je niet veel. En de verbinding VALT nog al eens weg. Wanneer je wilt boeken, je wilt bellen met een hopelijk énigsinds voor ons verstaanbare Italiaanse verhuurster, wanneer je je het Italiaanse adres hebt doorgegeven aan de navigatie en deze halverwege uitvalt. Wanneer de routebeschrijving niet klopt, wanneer de boeking door een communicatiestoring fout loopt, wanneer het onmogelijk is ergens te parkeren, of om te draaien als je verkeerd gereden bent, op steile smalle hellingen moet keren en wanneer je hoort dat de onderkant van de auto de grond raakt. Wanneer je moe bent en je benen en voeten pijn doen. Wanneer je je onderkomen eindelijk bereikt hebt en je nog een klein half uur moet rijden om de sleutel elders op te gaan halen. Je je spullem naar 5 hoog moet brengen in een flat zonder lift.
'Leuk zeg! Avontuurlijk! Romantisch!' Maar dan even niet.
Zo, ik heb het gedeeld. Je hoort me er verder niet over . Niet zeuren.
Overigens heb ik een geweldige vakantie voor de rest, en zonder dollen- ik schreef het al eerder: er zijn mensen die natuurlijk meer dan terecht klagen. Mensen kunnen het in het leven behoorlijk voor hun kiezen krijgen, en tegengewerkt worden. Die zullen ook nooit 'zeuren'genoemd worden. Voor hen moeten we er uiteraard zijn.
Aan de boulevard van Cassone di Malcesine, daar staat het standbeeld van deze vrouw, een danseres?
Prachtig hoe een foto van een zelfde beeld steeds een andere zeggingskracht kan hebben
Moet ik er over beginnen? Bij aanvang van dit stukje weet ik niet zeker of ik dit in het digitale plakboek hebben wil.
Maar ik moet het er even over hebben.
Mijn gesteldheid.
Saai, zeurderig onderwerp.
Laat ik het maar niet doen ook.
Alles wat je aandacht geeft groeit.
Er wordt al genoeg geklaagd in de wereld.
Mensen die daar meer reden toe hebben.
Veel en veel meer.
En terecht
In het kader van het werk dat ik doe is het een leerzame ervaring om in dit land te reizen. Hier voel ik me ook gehandicapt. Ik weet me afhankelijk van anderen. Ik moet mijn best doen dat ze me begrijpen. Als toerist in een land waarvan ik de taal helemaal niet eigen ben voel ik me een onbeholpen sukkelaar. Ik sta daar maar te hakkelen en te wijzen en te grijnzen dat het een lieve lust is. Italianen doen dan medelijdend hun best om Engels tot mij te spreken, om me te begeleiden in het proces van - bijvoorbeeld- me door een menukaart heenloodsen. Dat ik begrijp wat er staat, èn dat ik begrijp wat het is!! De jongen die ober speelt put zich uit in het verduidelijken van de gerechten, maar ik heb geen geduld en om er snel vanaf te zijn, knik ik maar snel dat het dát is wat ik bedoel, Dát ja! Wat dat hij zegt, dat wil ik! De jongen die de bestellingen opnam verdwijnt tevreden omdat hij het gevoel heeft dat hij helder heeft gemaakt wat voor de onbeholpen Nederlander niet duidelijk was en ik ben er ondertussen bepaald niet gerust op met wat hij straks terugkomen zal
Italiaans leer je niet zo maar. Voor wat deze vakantie betreft is het daar sowieso te laat voor. Daarbij heb ik geheugenproblemen die het aanleren van een taal niet vergemakkelijken. Ik ben al blij dat ik ' ciao' onthou. Bij wijze van spreken. Ik ben vooral blij met Italianen die goed verstaanbaar Engels spreken.
Het zou schelen als ik ergens in dit lijf genen had zitten, waarin een substantie zou hebben gezeten die me zacht hadden doen oplichten in een aura van kalmte en geduld . Maar bij mij moet alles snel. Achter het stuur van de auto doe ik mijn best om iets van dat zachte licht naar voren te laten komen, maar het is hopeloos als voor mij een automobilist bezig is traag te manoeuvreren. Of als de ingeblikte stem van mijn navigatie-assistente onduidelijke taal spreekt. Dan moeten de raampjes van de Toyota Verso open om het stoom uit mijn oren vrij baan te laten.
Heel af en toe. Dan lukt het. Dan kan ik de brekende hortende en stotende golven van onduidelijkheid met een Jezus-achtige goedtierendheid glimlachend gadeslaan en tegemoet treden. Die staat van zijn, die moet ik hebben als ik telefonisch in het Italiaans een kamer moet reserveren. Met wifi. Even diep ademhalen en het nummer drukken.
Wie zit er op iemand anders zijn vakantieverhalen te wachten? Ik vind het vaak leuk om ze te horen, daar niet van, maar dagverslagen lezen?
Persoonlijk heb ik de behoefte niet. Of het moeten de verhalen van mijn kinderen zijn. Vakantieverhalen zijn niet aan mij besteed. Tenzij er een werkelijk bijzondere reis gemaakt wordt. Dat kan zijn door hetgeen er is voorgevallen, of door de bestemming die gekozen is. Soms kan ik het leuk vinden verslagen te lezen van reizen die ik zelf ook gemaakt heb. Vanwege de herkenbaarheid. Of, het moet een boek zijn van een auteur die ik heel goed vind. Zo heb ik wel een aantal reisboeken thuis. Het onderscheid tussen reisboeken en vakantieverhalen, daar heb ik het geloof ik over.
Ik ben in Italië. Ik blijf er nog een week of drie. Tot dusver heb ik het goed naar mijn zin. In de coronatijd heb ik het reizen overduidelijk het meest gemist. Ik geniet van het enigzinds luxueuze rondzwerven. Met de auto. Ik neem het op de koop toe dat het soms veel langer duurt en het moeizaam gaat - vooral omdat de verbinding met het internet lang niet altijd stabiel is- om een betaalbaar en leuk onderkomen te vinden. We hebben behalve de prijs enkele noten op de zang: Een tweepersoonsbed, wifi, een balkon of een buiten. en liefst een eigen badkamer.
Wat foto's , om je een beetje de ogen uit te steken als vakantietip.
Ik heb vakantie.En wat vakantie voor mij is, is geen agenda, en ook:
No hurry
Gaat ik vooral ‘Geen haast’ zeggen. Laten we onze taal niet aan de kant schuiven voor de grootste gemene delert, zo sprak de Rotterdammert, die er ook een hekel aan had dat Engelse begrippen en uitdrukkingen meer en meer hun vuile voeten komen afvegen aan onze Nederlandse taal. Alsof Nederlands er niet meer toe doet; het afgeschaft kan worden. Terwijl we allemaal toch weten dat het in het in het Engels misschien wel interessanter klinkt, maar dat dit daarmee tegelijkertijd een buitenproportionele zeepbel doet ontstaan.
Heel even een voorbeeld, al die ‘managers’ bijvoorbeeld. Wat doen managers? Dat zijn regelaars. Mensen tegen wie je zegt: ‘oké, regel jíj dat even?’ Het zijn uitvoerders van opdrachten. Maar het klink gewichtiger als de verkeersagent ‘trafficmanager’ genoemd wordt, en een personeelswerker een ‘Human Resource-manager’. Alsof ze het regelen zelf hebben uitgevonden. Maar ze zijn nog steeds even moeilijk bereikbaar. Een adviseur heet opeens in het Engels een Advisor. En zo stellen ze zich ook voor.
Heteen haast.
L heeft meer uitstraling, zo wordt gedacht. Maar niet voor mij. Blaaskakerij straalt voor mij niet zo
Terwijl Nederlands zo’n mooie taal is. Kom op!
Ik probeer daarom het Engels te weren. Ik wil het Nederlands niet opofferen. Juist omdat het maar zo’n klein gebied is dat de Nederlandse taal bezigt . Door een tsunami van invloeden van buitenaf dreigt deze taal nu ten onder te gaan.
Nederlanders hebben in koloniale tijden geprobeerd ons taalgebied wat te verbreden, met redelijk succes ( Indonesiërs spraken de taal keurig) maar dat moeten we ook weer niet willen.
Excuus, hierboven betrof het het schrijven van mijn ongeketende geest, die zoals vrije geesten vaker doen een zijpad verkoos, terwijl ik het juist over de vakantie wilde hebben.
Die als voorwaarde moet hebben, zoals gezegd: geen haast.
Hoe laat we zouden vertrekken, we zouden wel zien. Waar we zouden slapen, idem dito.
Onder een grijze lucht reed onze volgestouwde Toyota toen het eenmaal zo ver was, richting het Zuiden. De ruitenwissers zwiepten overuren. Een kleine maand , zo lang wilden we op pad gaan. Frankrijk. Italië. We zouden er vanzelf wel meer zin in krijgen.
De autoroute’s en tolwegen zoefden prima door, maar het rijden over wegen waarbij we door authentieke Franse dorpjes zouden komen leek ons op een gegeven moment wel zo prettig. Want er was immers geen reden om te jakkeren. We konden rustig aan doen. We hadden geen afspraken. Hoefden nergens op tijd te zijn.
Rond 18.00 waren we in de auto wel wat uitgezeten. We parkeerden bij een hotelletje bij Langres en wandelden er naar binnen om er tot onze verbazing van de receptioniste te horen dat ze ‘desolée was’, een Frans woord dat ik als brugpieper heb moeten vertalen als ‘wanhopig’. Waarom was ze wanhopig?Omdat er geen kamer vrij was voor ons. Echt wanhopig zag ze er niet uit, deze receptioniste. Haar troosten leek me overbodig. Het leek eerder alsof ze ons niet wilde inschrijven.
Omdat we misschien niet goed overkwamen voor haar, dat zou kunnen, zo dachten we later. Immers waren we daar zonder mondkapjes naar binnen gestruind – in Frankrijk gold het dragen van deze anti-besmettingskapjes nog als voorschrift ( in Nederland niet meer!) en de receptioniste kan ons mogelijk daarom gezien en beoordeeld hebben variërend van burgerlijk ongehoorzaam tot a-sociaal .
Een ander low-budget Hotel in de buurt was ook ‘complet’ . Maar telefonisch vernamen wij dat een zusterhotel in Chaumont wèl plaats zou hebben. Dat konden we dan meteen met alle toeters en bellen reserveren. Een half uurtje rijden dan nog.
Associaties met een cellenblok drongen zich op bij het betreden van ons kamertje. Er kon een bed in staan, zo groot was het. Kijkend uit het nog net niet getraliede raam had het er alle schijn van uitzicht te bieden op de ontluchtingsplaats van cellenblok F. Maar het bed was goed. Het behang bestond uit kleurige reproducties van oude gekleurde tekeningen die plaatsen aanprezen van New York tot St Valéry en Caux. Het gaf wat te zien in de vierkante meters waarin we ons bevonden. Er hing een klein tv-tje ook nog. We zullen nooit weten of ie het deed of niet. We hebben hem niet aan gehad.
Het hotel bood niets te eten en de restaurants in de buurt blonken uit in ongezelligheid en fastfood.
Het beste in de buurt was de Buffalo Grill. Country& Westernfood . In stijl zou je er op z’n minst een cowboyhoed moeten dragen en na afloop met de andere gasten lime-dansen.
Vlees, daar draait het om bij Buffalo Grill. Ingrid kreeg een speciaal scherp vleesmes toen ze haar biefstuk medium had besteld. Een kleine electrische heggeschaar had waarschijnlijk praktischer geweest. Ze heeft meer dan de helft laten staan, om een ontwrichte kaak te voorkomen.
Het was me s nachts al opgevallen dat het gedrup en geplets van regengeluid was gestopt. 's Morgens was het onverwacht droog toen we vertrokken en nog even lieten weten dat er zich in onze kamer geen handdoeken hadden bevonden. Maar dat klopte hoor. Die waren er niet aanwezig, of je had er een moeten huren voor een paar euro.
*Langres was een stadje waar ik nog wel heen wilde. Het had er veelbelovend uitgezien toen we er gister even waren, en het was nu droog, dus het plan was logisch : laten we gaan kijken en er een kop koffie nemen .
En daar hervond ik met het betreden van de oude en hier en daar schilderachtige stad – met kloppend vreugdevol hart- het aloude vakantiegevoel . Het op reis zijn. Het gevoel te leven. Het gelukkig zijn, weg te wezen, los te zijn.
Ik ben een reiziger, Ik heb veel te lang gesudderd.
We hebben het vestingstadje stadje doorkruist en rondgelopen over de stadswallen. Bij een boulangerie/ koffietent genoten van het Franse van Frankrijk met een grande café noir.
Uitzicht hotelkamer Hotel F1In de loop der jaren ( sprak de oude man) heb ik op mijn laptop foto's verzameld van dingen die mij aanspraken en waarvan ik dacht dat ik ze nog wel een keer op dit blog zou kunnen gebruiken.
Maar het komt er maar niet van. En nu bedacht ik dat ik ze gewoon allemaal, of althans een aantal in één keer op Davincini zou zetten. Voor sommige plaatjes is dat lastig, omdat het om foto's van kunst gaat waarvan ik niet weet en niet meer kan nagaan wie de maker is .
Mocht iemand het weten, zeg het.
Ik zal een poging doen de foto's enigzinds te categoriseren
wie heeft dit geschilderd? Ik vond het een mooi sprekend schilderij . De uitdrukking op het gezicht bij de brief die ze leest
Zover even deze tussentijdse opruiming. De rest komt later