zaterdag 14 juli 2012

vakantie 2012 (4)





Bij het betreden van het blok: ‘Sanitaire voorzieningen’ klonk door een radio een Tiroler Schlager: ‘Heleeeenaaahaha!’
Dan weet je dat je niet thuis bent. Dat je even deel uitmaakt van een gezelschap die niet helemaal de jouwe is.
De muziek stemt de mensen in het blok niet echt vrolijk zo te zien. De ongekamde hoofden van zich scherende mannen bekijken zichzelf vreugdeloos in de spiegel. Ik ben één van hen.
Het begin van een nieuwe dag.
Nog geen stukje blauw in de lucht te zien, maar koud is het niet.
Op dit tijdstip, zo rond 08.00 ’s morgens is de camping een mierenhoop. Mensen lopen te sjouwen met van alles, gaan op pad, ruimen hun boeltje op, halen brood, dragen vaak handdoeken rond de nek, of laten hun ontlasting uit. We horen de eerste kinderen jengelen, en de eerste auto’s starten.

Hier hebben we het jaar naar uitgekeken.
De camping is de laatste dagen volgestroomd. En ons uitzicht heeft zich gaandeweg steeds meer vernauwd. De bergen staan nu achter de caravans.  De camping is nu  een kamp. Met passen en meten hebben mensen zich gezet en geparkeerd rond een tafeltje met daarop een gezellig kaarsje. Ja, mensen gaan kaarsjes opsteken.
Wanneer ik voorbij kom groet ik ze:. ‘Gruss Gott..’groet ik… Grote God…..het is meer een uitroep van verbazing.

Naast Nederlanders zijn het vooral Denen die het kamp bevolken. Ik heb nog nooit zoveel ümlauds bij elkaar gehoord . Er zijn zoveel Denen dat ik even het idee had dat ze stiekem Noord Italië aan het veroveren zijn. Dat ze op een afgesproken tijdstip allemaal met volledig militaire uitrusting  hun tenten uitkomen, en in colonne de stad intrekken.
Kinderlijke fantasie. Ik ben blij dat ik die nog heb.

Maar de Denen zijn braaf. Ze komen gezellig samen, hebben plezier en pröten. En, belangrijk:  Ze  gaan op tijd naar bed! ’s Avond na twaalven is het stil op het kamp. Dat is mijn tijd. Dan neem ik er nog eentje.
En lach ik maar weer eens om ons.
Want, hoe dan ook, wij vinden onze draai hier wel. Naast de nodige ironie waarmee je tegen de dingen aan kunt kijken, kun je ook je zegeningen tellen.
En die zijn er zeker deze vakantie.
Het is mooi weer, en de omgeving is prachtig.  Onder elkaar hebben we het  leuk en fijn.

Al hebben we op vakantie natuurlijk, net als thuis,  verschillende behoeften. Want het wandelen in de Dolomieten kan dan een passie zijn van pa en ma, daarmee hoeft het nog niet  automatisch voor het nageslacht te gelden. Onze pubers laten er middels verbale protesten vóór we weg gaan , en tijdens het  tochtje middels hun gezichtsuitdrukking  weten hoe ze er over denken.  Ze delen niet de ‘Oooohs!!’en  ‘Aaaahs’en ‘ Yoos!!!’ van de in de vervoering rakende ouders. Zij zuchten nog maar eens, en halen even hun wenkbrauwen op terwijl ze elkaar aankijken met een blik van ingehouden berusting:  ‘Wat HEB je er aan om naar boven te klimmen…idioot gedoe..’

Zij kunnen zich vaak genoeg wèl vermaken hoor. Ze vinden het bijvoorbeeld fantastisch om te Simsen!  Achter de laptop. Niet meteen hetgeen waarvoor je 1000 kilometer voor af hoeft te leggen natuurlijk, maar goed – je kunt het maar naar je zin hebben. Met daarnaast een duikje in het zwembad, wat shoppen in leuke stadjes, een tafeltennisspelletje doen, lekker uit eten gaan, en Italiaanse ijsjes keuren …niks mis mee.

                                                   Yesss! Daar zijn we weer!!

1 opmerking:

Jiri Booij zei

Klinkt precies als hoe de vakantie was met mij erbij. Leuk visualiserend geschreven weer.

En goed dat jullie het naar jullie zin hebben met die vrooooolijke deeeenen