Je hebt 4 mensen, en je hebt 50 vierkante meter.
Plaats de mensen op die ruimte, en zorg dat ze zich drie weken lang op een zo comfortabel mogelijke wijze kunnen bewegen. Zorg dat er slaapgelegenheid is voor ieder. Dat er voldoende voedsel en kleding aanwezig is. Creëer een zitje, en zorg dat er koud drinken is.
Plaats op die 50 m2 een partytent, een caravan, een tafel, vier stoelen, een stretcher, en twee slaaptentjes voor de kinderen. Plaats de scheerlijnen zo, dat intern ongehinderd van punt A naar punt B bewogen kan worden. Denk ook aan de ondergrond. Zijn de haringen stevig genoeg?
Plaats de caravan indien mogelijk horizontaal.
Zorg dat je uitkijkt op het zuiden.
Laat het dan regenen, en verplaats de aanwezigen dan naar de caravan. Bereid er een warme maaltijd. Zorg ervoor dat niet meer dan twee mensen tegelijk van hun zitting af komen, want Uw beweegruimte is nu niet meer dan ruim 2 vierkante meter!! In de volksmond: ‘ het episch centrum van het kampeerdersgeluk.’.
Vergeet niet de droge was binnen te halen.
Kijk elkaar aan terwijl je eet en zeg met een open glimlach; ‘gezellig hè?!, er gaat toch niets boven kamperen’
En zorg dat je je daarna niet laat opnemen in een psychiatrische kliniek.
OK?? Alles duidelijk??
Succes……..GO!!
*
Op vakantie is de mens eerder bereid met minder genoegen te
nemen.
Ach ja…dat weer, die douche, dat verkeerslawaai, dat geneuk
van de buren, dat lopen naar het sanitaire blok, die dure plaats…en ach ja, je
weet dat je tussen 1 uur ’s middags en drie uur ’s middag niet met de auto van
het kampterrein af kan,
Maar je past je aan.
Kampeerders doen niet moeilijk. Het is een makkelijk slag
mensen. Geen verwende hotelgasten. Het zijn arbeiders, klussers, vrije vogels;
mensen die het leven nemen zoals het komt en er het beste uit halen. Ze klagen
niet, ze zeiken niet, onderling.
‘Gutenmorgen, Ciau! Bon Giorno, alles goed!!! We hebben het
prrrima voor elkaar!!
Ik generaliseer. Dat is lekker, en het is ook niet voor nix.
De grootste gemene deler ligt namelijk, zo blijkt vaker, terdege in de buurt.
Hierboven dus de standaard kampeerder.
Klaagt de kampeerder nooit? Zeikt hij nooit eens ergens
over?
Jawel, maar NIET op de camping. Onderling tegen andere
kampeerders wordt het spel: ‘Wie heeft het mooiste weer?’ gespeeld. Klagen doet
de kampeerder thuis. De rest van het jaar soms, in extreme gevallen.
Dan horen we, in die omgeving – waar geen andere kampeerder
het horen kan – wat er allemaal BETER had gekund op die camping waar ze het
afgelopen jaar zaten. Dat er wel DEGELIJK ergernissen waren! Maar die zijn
toentertijd niet uitgesproken, want je wilde het LEUK hebben! Het was
vakantie!! Je WILT dan geen gezeik, maar Tjeeesss,
het was AFZIEN
afgelopen jaar.
Eigenlijk.
*
1 opmerking:
Wat je zegt is helemaal waar, eigenlijk is er van alles mis op een camping.
Hier alleen thuis is het anders. Ik klaag niet, maar heb ook echt niks te klagen.
Ik hoopte nog op een duidelijker eind, maar helaas. Maar goed, ik zag ook dat je dit bericht pas rond half 4 afhad.
Ik wil je even helpen herinneren aan wat je tegen mij zegt als je me om half 4 snachts beneden aantreft: "Je gaat toch niet de dag en de nacht omdraaien he Jiri?"
Een reactie posten