Tussen ooit opgetekende herinneringen vond ik ook deze:
"Wanneer er bij het naar bed gaan nog geluiden doorklonken van de kamer beneden was dat plezierig. Geluiden van de TV die zacht doordrongen of van bekende stemmen van de mensen die er waren. Maar dat was niet altijd....
Welk kind is er niet ooit bang voor geweest? Dat er een eng monster onder het bed lag. Ik durfde niet te kijken.
Ook zag ik als ik stil op bed lag vaak ogen. Overal ogen die verschenen, op de muren, en waarvan ik wist dat ze niet echt waren maar die me toch een zekere angst inboezemden. Het is niet daarom dat ik rollebolde in bed – maar misschien ook wel, denk ik nu. Want dat deed ik. ’s Avonds, als ik op bed lag en ging slapen, ging ik rollebollen . Als kind tot ongeveer 9 – 10 jaar lag ik op m’n zij op bed en had dan m’n arm gebogen met mijn hand tegen mijn oor, en dan ging ik heen en weer en zong liedjes. Ik zong mezelf in slaap. Of ‘dreinde’ mezelf in slaap. Het klonk vast niet al te fijn. Maar ik genoot er erg van mezelf zo in slaap te wiegen en de liedjes te zingen van de top 40.
Mijn zus, die in de aangrenzende slaapkamer sliep of probeerde te slapen werd er wel eens gek van, en dan stoof ze woedend mijn slaapkamertje in, dat ik nu es OP moest houden!!
Dat rollebollen, zo noem ik het maar even vond ik heerlijk. Ik zong en bewoog Zo viel ik in slaap. Elke avond. Toen ik dat op m'n tiende nog steeds deed begon ik me zorgen te maken. Want hoe moest dat als ik groot was? Dan zou ik het bed delen met iemand, en dan kon ik dat natuurlijk niet meer doen. Want dat werd vast gek gevonden. Ik kon toch moeilijk rollend en zingend naast een partner liggen?
Er zat niets anders op. Ik moest het afleren."
1 opmerking:
Ik vind deze herinneringen op de een of andere manier superwaardevol om te lezen. Dank!
Een reactie posten