zondag 29 augustus 2021

de vuurtorenwachter

Het was een te lieve man. Misschien ook wel een bange man. Hij was voorzichtig met alles en iedereen. 

Hij ving de bijen, vliegen, en andere onfortuinlijke insekten die binnenshuis paniekerig zoemend  tegen de binnenkant van de ruiten stuiterden, en hielp ze naar buiten.

Hij legde na het afdrogen van het bestek de lepels zachtjes bij  de andere lepels, en de vorken ook netjes bij zijn vriendjes .

Hij had aandacht voor de dingen alsof het levende wezens waren. Zo voorzichtig als hij alles beetpakte . Alsof hij een relatie met ze had. Of iets goed te maken. Het zal in de geneeskunde vast een naam hebben, deze afwijking. 

Mensen benaderde hij uiterst voorzichtig. Hij vond het ingewikkelde wezens. Hij voelde zich er doorgaans ongemakkelijk bij en wist dikwijls niet hoe hij ze moest behandelen en dan zweeg hij maar. Hield zich een beetje op afstand. Keek, observeerde. Glimlachte soms naar hen. Bedacht daarbij hoe schaapahtig dit moest lijken in de ogen van de ander. Hij vond het leven met hun gecompliceerd. 

Daarom zocht hij gelegenheden op waarbij hij alleen kon zijn. Situaties waarin hij niet snel lastig gevallen zou worden. Een baan hebben als vuurtorenwachter sprak hem aan.  Maar door een speling in het lot was hij juist terecht gekomen in een werksituatie waarin je bij uitstek te maken kreeg met mensen. Mensen die niet  helemaal tot wasdom waren gekomen, en die men elk lustrum schaarde onder een andere noemer. Nu werden ze " mensen met een verstandelijke beperking"genoemd ." Maar hij beschreef ze in zijn dagboeken als "Oliedommen":  'Ik werk met O.D.ers' zo formuleerde hij ze daarin.  

Met oliedommen had hij minder moeite als met gewone mensen. Hij nam ze ter hand en liet ze hun ding doen. Het waren mensen, maar ook te definiëren als projecten met zorgplannen.  Er was een afstand waarmee hij goed overweg kon. Hij hoefde met deze lieden geen band op te bouwen, geen relatie te beginnen, geen onderhoudend gesprek te voeren. Aan het eind van de slaapdienst deed hij rond 10.00 's morgens de deur achter zich dicht en eenmaal in zijn auto was er het geluksmoment en  de weldaad van het alleen zijn. 

Geen ongewenste geluiden. Heerlijk geen ongewenste geluiden.

In zijn huis had zijn vrouw kunnen zijn. Maar doorgaans was ze er niet. Ze had haar werk overdag. En verder was er niemand in de ruime hoekwonig aan de verkeersluwe straat. Hun 3 kinderen waren elders bezig hun leven vorm te geven.  Het was er stil. De enige geluiden die in de komende uren tot hem zouden komen zouden de geluiden zijn die hij zelf toe liet, los van bijvoorbeeld een ronkende vuilniswagen.  Daar viel mee te leven, mits het niet te lang duurde.

Thuis kon hij aleen zijn tot hij wenste dat hij dat niet meer was. Dan begon er na uren van - even grofweg- kleine huishoudelijke klusjes en beslommeringen,  een wandeling in het bos, een woordspelletje, en het beluisteren en bekijken van YouTube filmpjes   soms een gevoel van appeligheid de kop op te steken. Dan was zijn behoefte om alleen te zijn bevredigd. Dan keek hij naar haar uit en zette hij liefdevol koffie.

Het gecompliceerde om met mensen om te gaan was tegelijkertijd ook wel het boeiende, en het hing af van zijn stemming welke van die invalshoeken op de voorgrond trad.  In de omgang met anderen beschermde hij zich door vooral vragen te  stellen. Zo hoefde hij zelf niet veel te vertellen. Uit ervaring wist hij dat hem dat beroerd af ging.  Hij kwam onvoldoende uit de verf, grapjes kwamen niet over, mensen begonnen te geeuwen wanneer hij even te lang aan het woord was. En hij had het merkwaardig vermogen om met één opmerking levendige discussies mors- en morsdood te slaan .  

Bovendien, en dat enigszinds tot troost: Hij had ervaren dat de meeste mensen het liefst zichzèlf hoorden. Dezen beschouwden hem als een fijne toehoorder, iemand die werkelijk geïnteresseerd en belangstellend was. Een vriend.  En zo zweeg hij meer en meer en schrok hij wanneer iemand in het gezelschap waar hij tussen verzeild was geraakt plots het woord tot hem richtte en vroeg: "En? Hoe is het met jou!!" 

Zijn antwoord kwam tegenwoordig als Pavlov naar buiten: 'Goed! en met jou?' 

wordt tzt vervolgd

Geen opmerkingen: