dinsdag 4 maart 2008

vakantie, hoe was dat ook alweer?

Tot dusver allemaal net niet. Nou, net niet?

Helemaal niet!

Waarom kon je immers met zijn mobiel opeens niet s.m.s.en? Waarom kon je met zijn wereldontvanger Nederland niet ontvangen? Waarom deed de airconditioning het opeens niet van zijn auto?
Tientalen dingen kon hij opnoemen.
De strandbal liep leeg, er vielen schroeven uit de Crespo-campingstoelen. Zijn campingtafeltje moest met elastieken bij elkaar gehouden worden, omdat het anders in alkaar zou zijgen. Het handvatje van het te kleine caravankoelkastje bungelde er los bij, het klapdeurtje van de sleurhut woei voortdurend dicht en moest met hulpgrepen opengehouden worden.

En vandaag?
Waarom stond hij vanmorgen in het scheerhok zonder scheerschuim? Waarom vroeg hij aan veel te jonge mensen of ze al gepensioneerd waren? Waarom had hij zijn kinderen laten verbranden in de zon?

Sommige dingen hebben te maken met laksheid of slordigheid, hij kon niet anders dan dit ronduit toegeven. Gert had gewoonweg onvoldoende geduld de tijd te nemen voor wat hij zag als klein grutwerk. Andere dingen hadden eerder te maken met onhandigheid of onvoldoende vooruitdenken. Hij was zich hiervan bewust, en ergerde zich er continue aan. Gert zuchte diep van binnen: het viel niet mee te moeten leven met zichzelf. En zichzelf veranderen? Hmmmmmmmoeilijk.
En de derde catagorie in de serie: ‘ Oorzaken van kleine en grote ongemakken van het leven’zat hem in domme pech.

Vandaag moest de voorlamp van zijn Opel Zafira vervangen worden. Het “check-system”in de auto had een disfunctie gesignaleerd: “check dimlicht achter”stond op het display te lezen.. Maar de achterlichten bleken naar behoren te functioneren. Misschien is het check-system niet in orde? Een check-system dat valse informatie gaf was niet goed voor het gevoel van de onbezorgde vakantie, die ze nu juist zo graag wilden hebben.

In het Zuidoosten van Frankrijk - hadden ze van tevoren slim bekeken - kun je van twee walletjes eten. Want vanuit één camping aldaar kon je voor zon en zandbehoeftigen naar de Middelandse Zee, en voor de bergliefhebbers waren er De Pyreneeen, waarin je prachtige wandelingen kunt maken.Het was zelfs vanuit de camping te doen om in één dag de Cannigou te beklimmen. Een anderhalfuur durende autorit, en dan een fikse wandeling.
Wat een uitzicht zou je dan hebben vanaf die circa 3200 meter hoge berg. Mits het bewolkt was, natuurlijk.

Het is bewolkt in de bergen.

De kinderen kijken hem lelijk aan bij het woordje ‘strand’. Maar hij laat zich er niet door van de wijs brengen. Ze zaten per slot van rekening niet elke dag aan de Mediterrannee zo blauw zo blauw. Ze zouden vandaag dicht bij het water doorbrengen. Geen gezeur.
Hij bedacht dat hij aan de kust in een winkeltje meteen een scheermes zou kopen. Vanmorgen kwam hij er met zijn ingezeepte hoofd achter dat dit in zijn toilettas ontbrak. Puberzoon had het gepakt, en, naar later bleek, het ergens in de toiletgelegenheid laten liggen.
Naschrift: Nog later bleek, dat het waarschijnlijker is dat hij het de vorige keer zelf in een washok heeft llaten liggen.

De weerberichten over deze regio bejubelen de strakblauwe luchten en de temperaturen boven de 26 graden celcius. Maar hij zag veel wolkenpartijen en ervoer een fris windje.

Te observeren viel er op de camping genoeg. “Le Romarin” was bij hun aankomst nog een heerlijk rustige camping. Langzamerhand was het er echter drukker geworden, en inmiddels zag hij zich er tot zijn grote ergernis opgepakt zitten tussen auto’s en tenten. De camping was kamp geworden. Vluchtelingen uit het dagelijks bestaan dromden opeen, en hij was één van hen.Vijf meter naar links zat familie A. met hun 3 kindertjes. Vijf meter naar rechts, achter hun campingtafeltje gezeten, familie B, met hun zoontje. En wanneer hij in de richting keek van Pa B. kreeg hij onmiddellijk een verwachtingsvolle blik te zien. Pa B. glimlachte dan met licht geopende mond, waarbij zijn lippen over zijn tanden (of tandvlees?) gevouwen waren. ’t Zag er tamelijk sullig uit en Gert wist dan ook niet hoe snel hij zijn blik moest laten afglijden naar de omgeving. Wat wilde die man van hem? Gert keek naar zijn jongste zoontje, 8 jaren jong, die zichzelf als een balletje had opgerold op een campingstoel, en zijn blik strak gericht hield op het display van zijn gameboy-advance SP. Gert zag hoe de kleine vingertjes de knopjes op het kastje herhaaldelijk en heel vaak achter elkaar indrukten. Dat die knopjes nog niet allang lam zijn. ‘t Zal toch goed spul zijn, dat het mechanisme dit voortdurende gedruk verdraagt.
Verder gleed zijn blik: de groene volkswagen van fam. B 14VJJV, een koepeltentje van fam. A op nog geen drie meter van zijn zitplaats vandaan, en familie C uit G.B. Zij hadden hun tent tegenover zijn ‘huisje op wielen’. Zij stonden op het punt met mountainbikes en gestroomlijnde helmen op het hoofd, zich al fietsende helden te wanen in de uitlopers van de Pyreneeen.

’s Avonds verdrijft een blauwe barbequewalm de geur van rozemarijn.

Onder de kurkeiken staat hun auto steeds minder toonbaar te wezen. Een plakkerige substantie verdoft de Zafira. Niet prettig wanneer dat zo in het oog springt. De portierramen houdt Gert wel bij. Voor ze een tochtje gaan maken krijgen de ruiten een wasbeurt. Het kleverige spul laat zich gelukkig goed verwijderen, het is geen hars. Maar behalve de Opel zit natuurlijk alles er onder. De stoelen zijn plakkerig. De tent en de caravan zijn kleverige onderkomens geworden. Voor iemand die thuis gewend is de stoelen te schikken en de vloer te vegen voorwaar geen pretje.

“Ben je weer aan het miepen?”zei z’n vrouw tegen hem, toen ze hem voor de zoveelste maal betrapte op het vegen van de sleurhut.

’s Morgens ziet Gert verschillende kampeerliefhebbers met hun meest neutrale gezicht met hun strontdoos, die door slimme vormgevers als een soort golfkarretje door het leven gaat, naar het toiletgebouw struinen. Voor hem zijn die dingen hoe dan ook doorzichtig. Hij ziet al die geelbruine viezigheid misselijkmakend klotsen. En die voorbijgangers, die daar zo argeloos mogelijk passeren, zijn niet zo argeloos. Zij weten dat hij dit kan zien. Ze zien dat aan hem. Hij vindt het storend als hij zijn stokbrood aan het snijden is, en er hobbelt weer iemand met zijn uitwerpselen voorbij. Dat gaat dan iets gehaast, met een korte knikje. Op naar het blok sanitaire voorzieningen. Daar legen ze de doos (de “porti-potti” heeft een fabrikant ooit lacherig geopperd)vlak bij de chillplek van de Nederlandse jeugd in de WC Chemique.
De chillers deert het kennelijk niet, een walmpje meer of minder.


Een andere camping: “Saint Lambert”in Millau. Het water van de Durbie glijdt voorbij. Je kunt er zwemmen en afkoeling vinden in het koude water.

15/7
Treffender had ze het niet uit kunnen drukken: “Maar als je het wilt maken, waarom kom je er dan aan?!”Bijterig klonk het; een bijterige waarheid. Daar stond hij dan, voorovergebogen onder de motorkap. Eerst deed 1 lampje het nog, nu geen 1 meer?! Hoe verwijder je trouwens zo’n kapotte koplamp? Het instructieboekje van de Opel Zafira bood geen oplossing, en zo probeerde Gert maar wat. Draaien? Zit er ergens een beveiligingsknopje? Moet je ergens wat indrukken, of gewoon hard trekken? Waarom wilde hij de dingen waarvan hij van tevoren wist dat ze hem niet lukken zouden? Misschien omdat hij zijn onhandigheid nog niet volledig had geaccepteerd? Was dat het? Beschouwde hij stiekem zijn onvermogens als gemene virussen die op een dag zouden verdwijnen? Kon hij zich er dan niet bij neerleggen, dat hij de rest van zijn leven gewoon maar beter van de dingen af kon blijven?
Daar leek het wel op.

Aan de overkant van de rivier die voor hun caravan langs stroomde werden nog al eens fossielen gevonden. En mineralen.
8 jarige Goan had het er in Bergen op Zoom al over gehad. En Gert had toen al geweten dat de teleurstelling onvermijdelijk was- dat hij niets zou vinden.
Anderen op de camping toonden gevonden schatten, maar dit plezier zou niet voor hen weggelegd zijn. Desontdanks stak hij met Goan de rivier over, gewapend met hamer en bijtel. Een uur lang zijn ze ook wel bezig geweest met kleilagen lospellen en stenen proberen los te krijgen. Maar er ligt nog geen ‘schat’in Goan's tentje. Er was enkel een frustratie bij. Gert bleef hier uiterlijk rustig onder. De tranen zaten van binnen.
“Zo werkt self-forfilling-profecy!!”
Ja ja. Het zal wel! Lariekoek!

Quatorze Julliet. De nationale feestdag in Frankrijk!
Vorig jaar waren ze bij dat fantastische vuurwerk boven Carcassonne.
Ingrid had nog geïnformeerd. Ja. In Millau zou ook vuurwerk zijn! Om onz’heur, 11 uur ’s avonds.
De kinderen werden wakker gehouden, en, bij wijze van verassing, nog ruim voor half 11 in de auto geroepen.
“Jippie! We gaan naar het vuurwerk!” In de verte klonken knallen. 'Nou al?'
Dichter bij het centrum bleek dat het spektakel inderdaad al begonnen was. Lichtkleurenpracht in de lucht. Gert manouvreerde de auto naar een punt waarvandaan het vuurwerk goed te zien zou zijn, en het lukte hem er uiteindelijk te parkeren. Om tien over half 11 stonden ze zich te vergapen aan wat later bleek het slotakkoord van het spektakel. Het vuurwerk was afgelopen. Het was al om 10 uur begonnen.


Hoewel de radio/CD-speler die ze van huis hadden meegenomen niet altijd CDs wilde afspelen hadden ze toch deze geluidsdragers bij, de familie.
Het mapje, met daar in tal van samengestelde CDs, met hun favoriete nummers die ze dan op vacantie en in de auto zouden kunnen draaien, had hij laatst op de Opel laten liggen, toen hij van Breda naar de Grevelingen reed. Een CD of 30. Nooit meer gevonden.
Gert begon zorgwekkend veel te verliezen. Het afgelopen jaar o.a. zijn verrekijker, een kleingeldhouder, een digitaal fototoestel, een scheermes en een tandenborstel (kwam hij vanmorgen achter)
Er zaten 70 plussers voor minder in het verpleeghuis.

Met plezier zat Gert achter het stuur van de auto. De auto was een automaat. Dat was maar het best.

Vanmiddag was de familie aan het kanoën geslagen. Men had Gert in een zijrivier van de Tarn aan het werk kunnen zien. Men had hem moeite zien doen om de verloren peddel van zijn zoon uit het water te halen. Ook had men hem gade kunnen slaan hoe hij handelde toen hij vastliep op een ondiepe bodem. Fier had men hem dan uit de kano zien springen om het vaartuig weer van de steenachtige bodem vlot te trekken.
Al met al was het Gert meegevallen; hij hoefde minder uit de boot in het water te springen als hij had gevreesd, en hij werd niet uitgelachen door zijn kinderen zoals verleden jaar.
Het leven kan mooi zijn.

Amber hield een agendaatje bij: “Nog maar zes nachtjes slapen en DAN…NAAR HUIS!!”Naar de computer, de TV, naar Schnabbl de dwerghamster, haar eigen bedje.
Al het vertrouwde goed.

Jiri mist leeftijdsgenoten. Hij banjert om de haverklap de camping rond op zoek naar Duch Chillers. Want chillen, zomaar lekker wat hangen en slap ouwehoeren en lol maken, is het mooiste wat er is.
Op deze camping vindt hij het nog niet. En stiekem telt ook híj de dagen af.

De caravan wordt bevolkt door insecten, in hoofdzaak vliegen. Het is niet erg, maar wel een beetje vies – zeker als je gaat eten. En de kinderen vinden het een crime.

Vandaag kon de wind stormachtig aanwakkeren. Takken woeien uit de bomen, campingstoelen woeien om.

“Wil je óók koffie?”
Een retorische vraag. Hoewel? ’s Morgens om half 8? Terwijl ze uit kon slapen?
-“Lekker” klonk het vanonder het dekbed, half vanuit haar slaap. Ingrid dronk koffie met melk. Geen echte koffiemelk, maar gewone. Melk kloppen en opkoken hoefde niet per sé. Gewoon koude melk in de mok, een smal laagje- en klaar is kees!
Ok! De mokken waren op. Zaten in de afwaskrat buiten bemint te worden door tientallen vliegen.
Theekoppen waren ook goed. Kamperen is niet moeilijk doen. Toen Gert de melk uit de koelkast pakte rook hij het meteen: de melk was bedorven, zuur. Bah..
Waar laat je een restant melk op een camping? Je gooit het door een afvoerputje. Op deze camping een meter of 55 weg. Ach, met de afwas loop je helemaal naar het sanitaire blok, dus..
Een nieuw pak melk stond in de auto, in de voorraadbox. Toen Gert de kofferbak opende en er een tas met boeken op de grond viel, herinnerde hij plotseling dat hij de voorrraadbox juist de avond tevoren onder de caravan had gezet.
Met de schaar knipte hij een puntje van het melkpak af en behoedzaam schonk hij de melk in de gereedstaande theekop om meteen te zien dat er zo’n tiental kleine vliegjelijkjes in de melk dreven. Theekopje was niet schoon geweest. Hij moest eerst eens wat kopjes afspoelen.
Bij de sanitaire voorzieningen aangekomen met een stuk of 7 opgetaste kunststof mokken plaatste hij de bovenste onder de kraan. Geen draaikraan, maar een drukknop-kraan. Krachtig diende deze ingedrukt te worden, zodat het water zich uit de leiding kon bevrijden. Het water bevrijdde zich inderdaad. Met een kracht alsof de hele Durbie in een keer door de waterleiding geperst moest worden explodeerde het uit de kraan en spatte het water uit het onschuldig geplaatste mokje omhoog, zodat Gert’s vanmorgen schoon aangetrokken outfit van onder tot boven doorwekt was met een mengsel van water en koffieresten. Ook zijn kruis zat onder.
Terugwandelend naar de door vliegen geteisterde sleurhut zag hij de blikken van medekampgenoten. Verholen geamuseerd,
Wat wás dat toch ook met die sanitaire voorzieningen hier! Gisteravond wilde hij een warme douche nemen, maar kon er niet onder gaan staan omdat hij dan de kans liep brandwonden op te lopen onder een gloeiendhete straal. En hij was ook al genoodzaakt geweest (door schande wijs), om na zijn behoefte te doen op de Franse WC eerst de deur te openen, en dan van buiten, vooroverleunend het knopje “doortrekken”in te drukken. Trok je door nog met de deur van het toilet gesloten, dan stond je met je zomerse sandalen in het spoelwater.

De koffiemokken werden afgedroogd, en opnieuw werd het pak melk gepakt. Uit de koelkast, want daar had Gert hem gezet. Bij het pakken van het pak melk drukte hij het misschien te hard in – dat zou kunnen. In ieder geval gulpte er een plas witte démi-ecrimé de verpakking uit de koelkast in. Dat zou gaan plakken en stinken, en moest dus even met een vaatdoekje verwijderd worden. Een nat vaatdoekje liefst.

En Ingrid kreeg haar koffie – met melk.
Het stond er na een half uurtje nog. Onaangeroerd, koud. Ze was weer in slaap gevallen.

Leuke dingen om naar te kijken als je toch geen TV bij je hebt:
Twee Duitse meiden met smetvrees en witte onderbenen die hun fietsen in gereedheid brengen voor de volgende etappe van hun fietsvacantie.

Een paar dagen later waren ze opeens weer thuis, aan het werk. Ze vertelden over hun zoontjes. De jongste die zoveel opzien had gebaard door met Pétanque een gerenomeerd volwassen team goed tegenspel te bieden.En die andere zoon, die de blits had gemaakt met “Jumpen”een dansstijl die hij goed beheerste en voor de ogen van tientallen enthousiastelingen kon demonstreren.
Ze vertelden over Millau, en over de ligging van het stadje –dat gigantische viaduct daar, het stadje zelf. Ze pochten over hoe goed hen het afging: rijden met de caravan! Ze vertelden over het museum Dalí, De prachtige kustweg daar naar toe. Het buitenleven op een camping en hoe heerlijk dat was. De temperatuur en hoe ze het daarmee hadden getroffen. De rivier waar ze verkoeling in hadden kunnen vinden, de verjaardag van Ingrid die ze heerlijk kanoënd hadden doorgebracht. Het was een mooie vakantie! Ach, een beetje cryptogrammen, wat lezen, wat bijslapen, een ritje, een duikje, goed eten, wat wil je meer. Ze konden niet wachten tot volgend jaar. De batterij is weer opgeladen. Ze kunnen er weer lekker tegenaan…

Geen opmerkingen: