donderdag 7 november 2013

Valentijn (4)

Valentijn pakte de afstandsbediening van de TV en drukte op de rode knop. Tsjack! ‘Dood, die TV. Dood het licht!’, op een moedig brandend theelichtje na. Wat het met je doet wanneer je omgeven wordt door warm badwater.  Joy Devision zou het opeens  niet meer worden.  Hij legde de ab. naast zich terug op het tafeltje, en genoot van het donker. Het  hoofd stond opeens niet naar geluid. Het geluid van muziek en het licht van beeld leek hem opeens allemaal te veel. Hoe mooi theatraal het eerst had geleken, hoe kitsch en onbeholpen vond hij het nu.  Zelfmoord was iets individueels. Daar moet geen andere naam aan verbonden worden dan de zijne. Het moest  individueel zijn.Hij wilde helemaal niets horen . Niets dan het geluid van het badwater als hij er met zijn armen en benen in bewoog, of het gedempte geluid van onder water, als hij met zijn hoofd  achterover hing, met zijn oren onder het oppervlak.
Zo lag hij een een paar minuten , en sloot weer even de ogen, om ze weer te opeen toen de gedachte aan de Famous Grause die hij had klaargezet in hem opkwam. Een glas whisky.  Daar had hij behoefte aan! Een glas whisky in bad. Dat hij dat nog niet eerder gedaan had. Waarom eigenlijk niet? Zou het niet heerlijk zijn enigszins te doezelen in bad met een whisky die je zo langzaam in je keel voelde afdalen om goed werk in je lijf te doen?
De eerste slok gaf hem daadwerkelijk dat gevoel.  En met dat gevoel kwam ook de bezinning.  

Hij wist al dat hij niet was wat hij dacht.
En dat denken hem dus niet dichter bij zichzelf brengen zou.
‘Het denken’had Vincent ooit eens gedefinieerd als ‘ een proces van interne en externe flow die op de hersenen afkomt, die daar vervolgens proberen vorm aan te geven’. En alhoewel hij nooit een groot aanhanger was geweest van 'de voortlevers' ( dood = dood) vond hij de gedachte grappig dat die externe krachten  krachten zouden kunnen zijn van verre voorouders. Entiteiten. Engeltjes op de schouder. ‘Spontane ideeën’ zeggen mensen dan, bij zo’n ingeving.

Niemand kan je straffen voor je gedachten, want ze ‘komen in je op’.
Maar wat je doet, dat ben je zelf. De stap van gedachte naar handeling, dat valt je zelf aan te rekenen.
Wat dat ook is ‘jezelf aanrekenen’.  Dat je bijvoorbeeld kunt zeggen: ‘Tsja, die fles naar zijn hoofd smijten, dat had ik misschien beter niet kunnen doen.  ’Dan reken je het jezelf aan’  
Maar wie is er om je aan te rekenen dat je een eind aan je leven hebt gemaakt. Valentijn Schoepen nipte uit zijn vaders whiskyglas, en mijmerde over dat soort vragen. Wat ‘an die andere seite...’
Mensen uit zijn omgeving zouden waarschijnlijk hetzelfde zeggen als de mensen die hij in praatprogramma’s had horen vertellen over die bekende die suïcide had gepleegd: ‘Ik wist wel dat het hem niet zo goed ging, maar dat het ZO erg was….’
Werd Valentijn nu toch onrustig? Hij was als kind bang geweest voor de dood, omdat deze zich zo eng koud en donker aan hem voordeed.
Maar al in de pubertijd verdween die angst naar de achtergrond, om uiteindelijk op het punt te komen dat de dood hem onverschillig liet. En dat hij meende dat hij dat ook werkelijk was!
Tot nu, even. Want hij bestreed het begin van angst onmiddelijk  met een bataljon geruststellende argumenten, waarvan de belangrijkste was de gedachte die hij keer op keer in gesprekken met anderen had verwoord. ‘Ik weet niet wat er is, maar wat het ook is, het is goed!’  Want alles is bedoeld zoals het is bedoeld.
En wat is nu bedoeld?
Was het bedoeld om op 43 jarige leeftijd te sterven in een bad?
De gedachte aan dat polssnijden kwam weer boven. Bah, mensen die dat in een bad zaten, dat dan rood kleurde.
Het vlammetje van het theelichtje flakkerde
Hij schonk zichzelf nog eenmaal in. Hoe voel je je als je terugkomt op een besluit? Was het een besluit? Of was het een ingeving geweest om er een eind aan te maken?

Shit! Hoe kon hij voor zichzelf weer met opgeheven hoofd uit bad komen? 

Geen opmerkingen: