Valentijn pakte de afstandsbediening van de TV en
drukte op de rode knop. Tsjack! ‘Dood, die TV. Dood het licht!’, op een moedig
brandend theelichtje na. Wat het met je doet wanneer je omgeven wordt door warm badwater. Joy Devision zou
het opeens niet meer worden. Hij legde de ab. naast
zich terug op het tafeltje, en genoot van het donker. Het hoofd stond opeens niet naar geluid. Het geluid
van muziek en het licht van beeld leek hem opeens allemaal te veel. Hoe mooi
theatraal het eerst had geleken, hoe kitsch en onbeholpen vond hij het nu. Zelfmoord was iets individueels. Daar moet
geen andere naam aan verbonden worden dan de zijne. Het moest individueel zijn.Hij wilde helemaal niets
horen . Niets dan het geluid van het badwater als hij er met zijn armen en
benen in bewoog, of het gedempte geluid van onder water, als hij met zijn hoofd
achterover hing, met zijn oren onder het
oppervlak.
Zo lag hij een een paar minuten , en sloot weer
even de ogen, om ze weer te opeen toen de gedachte aan de Famous Grause die hij
had klaargezet in hem opkwam. Een glas whisky. Daar had hij behoefte aan! Een glas whisky in
bad. Dat hij dat nog niet eerder gedaan had. Waarom eigenlijk niet? Zou het
niet heerlijk zijn enigszins te doezelen in bad met een whisky die je zo
langzaam in je keel voelde afdalen om goed werk in je lijf te doen?
De eerste slok gaf hem daadwerkelijk dat
gevoel. En met dat gevoel kwam ook de
bezinning.
Hij wist al dat hij niet was wat hij dacht.
En dat denken hem dus niet dichter bij zichzelf
brengen zou.
‘Het denken’had Vincent ooit eens gedefinieerd als
‘ een proces van interne en externe flow die op de hersenen afkomt, die daar vervolgens
proberen vorm aan te geven’. En alhoewel hij nooit een groot aanhanger was geweest van 'de voortlevers' ( dood = dood) vond hij de gedachte grappig dat die externe krachten krachten zouden kunnen zijn van verre voorouders. Entiteiten. Engeltjes op de
schouder. ‘Spontane ideeën’ zeggen mensen dan, bij zo’n ingeving.
Niemand kan je straffen voor je gedachten, want ze
‘komen in je op’.
Maar wat je doet, dat ben je zelf. De stap van
gedachte naar handeling, dat valt je zelf aan te rekenen.
Wat dat ook is ‘jezelf aanrekenen’. Dat je bijvoorbeeld kunt zeggen: ‘Tsja, die
fles naar zijn hoofd smijten, dat had ik misschien beter niet kunnen doen. ’Dan reken je het jezelf aan’
Maar wie is er om je aan te rekenen dat je een
eind aan je leven hebt gemaakt. Valentijn Schoepen nipte uit zijn vaders
whiskyglas, en mijmerde over dat soort vragen. Wat ‘an die andere seite...’
Mensen uit zijn omgeving zouden waarschijnlijk
hetzelfde zeggen als de mensen die hij in praatprogramma’s had horen vertellen
over die bekende die suïcide had gepleegd: ‘Ik wist wel dat het hem niet zo
goed ging, maar dat het ZO erg was….’
Werd Valentijn nu toch onrustig? Hij was als kind
bang geweest voor de dood, omdat deze zich zo eng koud en donker aan hem voordeed.
Maar al in de pubertijd verdween die angst naar de
achtergrond, om uiteindelijk op het punt te komen dat de dood hem onverschillig
liet. En dat hij meende dat hij dat ook werkelijk was!
Tot nu, even. Want hij bestreed het begin van angst onmiddelijk met een
bataljon geruststellende argumenten, waarvan de belangrijkste was de gedachte die hij keer
op keer in gesprekken met anderen had verwoord. ‘Ik weet niet wat er is, maar
wat het ook is, het is goed!’ Want alles
is bedoeld zoals het is bedoeld.
En wat is nu bedoeld?
Was het bedoeld om op 43 jarige leeftijd te sterven
in een bad?
De gedachte aan dat polssnijden kwam weer boven.
Bah, mensen die dat in een bad zaten, dat dan rood kleurde.
Het vlammetje van het theelichtje flakkerde
Hij schonk zichzelf nog eenmaal in. Hoe voel je je
als je terugkomt op een besluit? Was het een besluit? Of was het een ingeving
geweest om er een eind aan te maken?
Shit! Hoe kon hij voor zichzelf weer met opgeheven
hoofd uit bad komen?