Onvermogen om mezelf
direct open en eerlijk te uiten en de lichte behoefte om deze kunst
wel machtig te kunnen zijn heeft me doen besluiten de laptop open te klappen en te schrijven.
Schrijven heeft als
belangrijk voordeel dat niet alles wat je zegt becommentarieerd wordt
door een aanhoorder. Een tweede die aanvoelt als een derde.
Papier reageert
niet. Achteraf kan ik naar believen krassen, herschrijven en opnieuw krassen verbeteren zonder dat ik me verder in onmogelijke bochten hoef te
wringen waar onzorgvuldig woordgebruik nu eenmaal vaak toe leidt en
waarvan ik me in een opwelling of in een vlaag van onnadenkendheid in
het verleden tot mijn grote ergernis te vaak schuldig aan heb
gemaakt.
“Ik bedoelde het
niet zo”
– “MAAR JE ZEI
HET WEL!”
Zeker in deze tijd
komt het me voor dat je de woorden voordat je ze de wereld instuurt
eerst op een zilveren schaaltje moet afwegen. De kans dat ze verkeerd landen of aankomen is immer dreigend
aanwezig. Het lijkt alsof wij mensen met een onbegrijpelijke haast –
alsof we niet op het eind ter tijden kunnen wachten- devalueren tot
een ras waarin het meest in het oog springende kenmerk is dat we even
korte lontjes als lange tenen te zien geven.
Terwijl het niet de
bedoeling is mensen aan te vallen. Wanneer je in een gesprek beland
wordt in praktijk niet eens behoedzaam maar vaak direct de artillerie
en het wapengeschut van stal gehaald en het scheldkanon in stelling
gebracht. “Ik zei alleen
maar dat ik je vorige kapsel leuker vond...”
Het is onzin hoor.
Dat het van deze tijd is.In vroeger tijden
kwam je met een ‘verkeerde’ opmerking ook niet zomaar weg.
Er werd in die tijd
eerder gebruik gemaakt van fysiek geweld om het gelijk te
onderstrepen. Het recht van de fysiek sterke of de machtigste.
Argumenteren.
Gedachten onderbouwen is iets dat onze beschaving ons heeft
bijgebracht. Waarvan we overtuigt worden dat dat ons verder helpt. In
gesprek gaan! Luisteren naar de ander. Meenemen wat waardevol is of
kan zijn. Waar dat niet helemaal lukt wordt te vaak gegrepen naar een
vorm van communicatie die vijandigheid in zich herbergt, zoals ik al
zei, ordinair gescheld.
Fysiek geweld
verafschuwen we omdat we ons daarmee verlagen tot de ondersoort waar
we nu eenmaal niet toe willen behoren. We zien ons als meerdere op
deze aarde. Waren we immers niet de kroon op de schepping. Maar
schelden heeft eveneens weinig verheffends in zich.
Ik schrijf nu.
Schrap en schrijf. Tegen beter weten in op zoek naar woorden die los
staan van gevoelens en stemmingen van de dag.
Zwijgen is goud
wanneer je merkt dat woorden anders uitpakken als dat je ze ingepakt
hebt toen je ze verstuurde. Er hoeft geen gelijk gehaald te worden
uit een gesprek. De functie van een gesprek moet eerder zijn DELEN
dacht ik. Niet overtuigen. Niet elk gesprek hoeft een discussie te
zijn.
Je mening op tafel
leggen heeft alleen zin als je er samen naar kijkt. Je mening mag
onderhevig zijn aan verandering. Die hoeft alleen maar beargumenteerd
te worden. Niet verdedigd. Zo wordt je mening verder gevormd.
Wanneer je mening
eenmaal is gevormd word je starder in je denken, je zult minder open
staan voor de ander. Dan ben je geen gesprekspartner meer, maar een
drammerige persoon met een misplaatst vastgeroest gelijk.