Uit een artikel van Wilfred van de Poll en Anniek van den Brand uit 'De Trouw'
Geconcentreerd, het hoofd naar voren gebogen, draait de 49-jarige Henk Stooter aan de glazen frequentieknop van een radio, roerend in een soep van ruis: halve woorden, flarden van muziek, een uithaal van een lach.
"We hebben nu wel genoeg materiaal", zegt Stooter. Hij draait de radio uit en klikt met zijn muis op de stopknop van zijn laptop, waarmee hij de radioruis opnam.
Overdag is de half Indonesische Stooter beveiligings- beambte. In de avonduren en de weekenden werkt hij als medium en legt hij zich toe op het zogenoemde 'bandstemfenomeen'. ( davincini:'hoor ik daar Jambers?') Hij legt uit: "Als je dood bent, heb je geen lichaam meer. De puurste zielen gaan direct naar het licht, maar de meeste blijven op aarde ronddwalen. Ze willen heel graag communiceren met de levenden, maar ze hebben geen stembanden meer."
Daarom, zegt Stooter, gebruiken zielen bestaande geluidstrillingen. "Door de frequentieknop heen en weer te draaien, creëer ik ruis. Op die trillingen springen de dode zielen in. Die ruis neem ik op en als ik het geluidsfragment daarna vertraagd terugluister op mijn laptop, ja, dan kun je ze horen, de stemmen."
( Davincini: fijn dat voor sommige mensen het hele leven en ook wat er daarna gebeurd zo volstrekt logisch in elkaar steekt')
Het bandstemfenomeen - Electric Voice Phenomenon in het Engels, voor ingewijden kortweg EVP - is een florerende spirituele subcultuur met internetfora en handboeken, inclusief de spirituele horrorfilms 'White Noise 1' (2005) en 'White Noise 2' (2007). Gewapend met radio's, microfoons, voicerecordertjes en laptops gaan EVP'ers op zoek naar geesten. Vooral 'verzamelplaatsen' van zielen, zoals begraafplaatsen of locaties waar in het verleden grote veldslagen hebben plaatsgevonden, zijn populaire jachtplekken.
Voor Henk Stooter gaan de bandstemmen ook om 'bewijzen', zegt hij. Want eigenlijk heeft hij de radio en opnameapparatuur niet nodig om de stemmen van overleden mensen te horen. "Je ontwikkelt steeds meer gedachtekracht, hè. Dus inmiddels kan ik het rechtstreeks, zonder radio. Toch neem ik nog steeds stemmen op. Via deze methode krijg ik tastbaar bewijs dat de doden bestaan. Dan besef ik weer even hoe reëel het allemaal is. En hiermee kan ik ook sceptici overtuigen."
Ook Tristan van der Vlis, die afgelopen april acht mensen doodschoot in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn en zichzelf daarna het leven benam, bezocht begraafplaatsen om stemmen op te nemen. Hij claimde in achtergelaten verklaringen dat stemmen van geesten hem tot zijn daad hadden aangespoord.
"Tristan", verzucht Henk Stooter, "dat was tragisch." De Alphenaar had afgestemd op de verkeerde frequenties, meent Stooter. "En de bandjes die hij opnam, draaide hij ook achterstevoren af. Dat moet je niet doen. Dan vang je de slechtste zielen op. Dan heb je echt te maken met de geestelijke onderwereld." Hij schudt zijn hoofd. "Sommigen weten niet waar ze aan beginnen."
Zelf komt Stooter ook wel eens 'flinke jongens' tegen. "Dan voel ik een ijzige klauw op mijn bovenarm. Maar verder komen ze bij mij niet."
Dat komt doordat hij in de geestelijke wereld een 'gids' heeft, zegt Stooter. Zijn gids heet Herman. Herman helpt en beschermt hem. "Ik praat doorlopend met Herman. Hij vertelt me waar de dolende zielen zijn."
Zijn rechterhand maakt een slaande beweging ter hoogte van zijn oor, alsof hij een vlieg van zich afslaat. "Daar zat er weer eentje. 'Klootzak', fluisterde hij naar mij. Maar ik negeer hem gewoon, hoor."
Voor Stooter is EVP niet zomaar een hobby. Het is een vorm van liefdadigheid. "De zielen willen naar het licht. Ik help ze daarbij. Want iedereen moet geholpen worden. Ook de doden." Hoe helpt hij ze dan precies? "Als ik genoeg zielen verzameld heb, visualiseer ik een ladder naar het licht. Die kunnen ze dan bestijgen."
Stooter luistert het geluidsfragment terug dat hij zojuist heeft opgenomen. Via zijn muziekprogramma op de laptop verwijdert hij overtollige ruis en maakt hij het geheel twintig decibellen luider. Om de paar seconden pauzeert hij en laat het stukje nog een keer horen. Vijf, tien keer achter elkaar.
"Daar! Horen jullie dat?"
Wij horen niets. "Stoo-ter, zegt-ie. Hij roept mij."
We buigen ons naar de speakers toe.
"Lieverd."
Nu horen we het wel.
"Niet... Meer... Eu... Ren." Een lage stem, nauwelijks te verstaan. Enthousiast roept Stooter: "Niet meer treuren!"
Treuren? Of was het 'zeuren'? "Het vergt een geoefend oor", aldus Stooter. Dan horen we luid en duidelijk een zin: "Je wordt ziek."
Zegt iemand dat tegen ons? Stooter houdt zijn hoofd schuin en is een moment stil. "Ik krijg net door van Herman dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Dit is een dwaalgeest."
Twijfelt hij nooit aan het bestaan van zijn gids Herman en de dode zielen? En die bandstemmen - is dat niet gewoon een kwestie van toeval? Geluidsfragmenten die door al het heen en weer gedraai zich spontaan tot woorden en zinnen vermengen? Bekruipt die gedachte hem wel eens?
"Nee, nooit", zegt Stooter stellig. Hij gooit zijn handen in de lucht. "Het zou betekenen dat ik mijn hele leven aan een illusie heb gewijd! Ik ben hier al sinds mijn veertiende mee bezig."
Dromerig: "Kijk, dit is allemaal nog erg primitief. Eenrichtingsverkeer. Er komt een keer een apparaat waarmee je écht een dialoog kunt hebben met de overledenen. Luid en duidelijk, zodat iedereen het kan horen."
Hij knikt zelfverzekerd. "Daar zijn ze boven al mee bezig."
Davincini: "Als ik genoeg zielen verzameld heb, visualiseer ik een ladder naar het licht. Die kunnen ze dan bestijgen." Geweldig!, maar ik moest bovenal aan onderstaand filmpje denken.
heerlijk, wat heb ik me hier indertijd ziek om gelachen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten