vrijdag 1 augustus 2014

Ik was weg

Een  zacht, warm goed prachtig licht zag ik.
Kan een licht goed zijn? Ja!
Eerst nog ver weg, een stip in de verte, maar het kwam steeds dichterbij, of ik kwam steeds dichterbij. Zoog het me nou naar zich toe? Zweefde ik erheen? Het voelde als pure liefde. PURE  liefde. Kun je je dat voorstellen? Een licht waarin je je wilt baden, waaraan je je onvoorwaardelijk wil overgeven. Na jaren en jaren  in een donkere kamer verblijven, en dan eindelijk weer het warme zonlicht in.. je ogen hoeven niet te wennen want het licht is diffuus en zacht
 Maar meer dan de warmte van zonlicht,  veel meer nog… ik kan het alleen maar omschrijven als LIEFDE. Alles is goed, alles komt samen, alles is één!! Alles in me wilde daarheen.En wat was ik?
Had ik wel een lichaam? Ik schaam me er nu voor, maar er was geen gedachte aan wie ik achterliet. Ik was alleen  op weg naar dat wat goed en liefde was.
Ik had geen angst. Ik was als vanzelfsprekend op weg naar Het Licht en in mijn geest kwam het niet op dat zich een mogelijkheid zou voordoen dat iets me in mijn gang daarheen zou beletten.
Hoe dichter ik bij de Liefde kwam,  hoe gelukzaliger ik me voelde.  Ik ervoer de warmte, en ik meen dat ik opgenomen werd in  eenheid, ik werd opgelost, werd geluk.
En ik was samen, ik was weg.

In een volgend stadium: het ontwaren van contouren in het licht, vormen, kleuren.
Een beeld werd geschapen van dingen die hadden gespeeld uit de tijd dat er nog een ik was. Een ego, een  eenzaam wezen, contact ontberend met de eenheid. Een aardse verschijning die niet wist dat hij een onderdeeltje was.
 Onder, boven, naast…. alom beelden  van die man, dat jongetje, de aardse verschijning die was, en nu weer is.  Bewegend beeld
Beeld van het jongetjes dat voor een auto liep,aangereden werd. En daar met zijn eerste vriendinnetje, en daar de verslaafde, en daar in Nepal, en daar aan het strand, en daar met vrouw en kinderen, en daar met een witte jas in het verpleeghuis.
En daar in het ziekenhuis op een operatietafel, de stem van een opererend arts: ‘Zuurstof….een reanimerende arts, een gesuis, een aanzwellend gezoem, heftiger en heftiger, het voelde koelte, pijn, zwaarte. Een zwaarte die me uit het licht trok, de leegte in.NEE!! Als ik me had kunnen vastklampen, ik had het gedaan….
daarna niets.

Wakker worden in een klinisch kille omgeving .

De chirurgen kregen lof en ik was ik en klein en weer levend.



Geen opmerkingen: