maandag 30 januari 2012
Aandacht voor Tibet
Ik ben al een jaar of 20 lid van de TSG. Dit is de Tibet Support Group
Dit heeft te maken met de reizen die ik naar Azie gemaakt heb. Ik ben in Tibetaanse vluchtelingenkampen geweest in Nepal, en in India bezocht ik Dharmasala, waar de Dalai Lama zijn residentie had -en nog heeft, en waar veel Tibetanen de tijd afwachtten wanneer het weer veilig genoeg zou zijn om naar huis te gaan, naar Tibet.
Inmiddels moet de laatste hoop aan het wegdrijven zijn dat Tibet er ooit nog zal zijn voor de Tibetanen. China heeft Tibet ingelijft, en biedt geen ruimte meer voor Tibetanen om hun cultuur nog langer te beleven. Kloosters werden vernield, er komen meer Chinezen wonen in Tibet dan dat er Tibetanen zijn, er wordt onderwijs gegeven in het Chinees. enz enz.
Diep triest, vooral ook, omdat de Tibetaanse cultuur zo een rijke cultuur is, en de Dalai Lama, de geestelijk leider, een voor velen inspirerend figuur is.
Het allerlaatste middel waar de Bouddhistische monniken naar grijpen is zelfverbranding. Zelfverbranding om mensen, leiders, wakker te schudden. Het is het brengen van het ultieme offer voor je ideaal.
Een schreeuw voor hulp.
Die, vind ik, niet genoeg doorklinkt in de pers.
De TSG doet wanhopige pogingen om e.e.a. wel meer aandacht te geven. Onderstaand artikel las ik in hun nieuwsbrief:
Een Tibetaanse monnik bij een wake voor Tibetanen die zichzelf in brand staken, in Bodh Gaya. Foto AP /Altaf Qadri
Tibet Brandt
door Tsering Woeser
De twintigjarige monnik Tapey van het Kirtiklooster in het Ngaba-district (in de voormalige provincie Amdo), die zich op 27 februari 2009 in brand stak, was misschien wel de eerste in de Tibetaanse regio die zich op die manier uitdrukte. Terwijl hij de vlag met de twee sneeuwleeuwen en een foto van de Dalai Lama omhoog hield stak hij zijn met benzine doordrenkte pij in brand, en liep in vlammen gehuld de straat op, uit protest tegen het donker dat Tibet bedekt.Twee jaar later, op 16 maart 2011, stak de twintigjarige monnik Phuntsog uit het Kirtiklooster zichzelf in brand. Op basis van wat de plaatselijke Tibetanen vertelden, heb ik de hele scène in een artikel beschreven: ‘Helemaal alleen verliet hij het klooster, dat onder strenge controle van de militaire politie stond, en liep onder de felle middagzon de straat op, plotseling ging hij in vlammen op. Te midden van die vlammen was zijn stem te horen: “Laat Zijne Heiligheid terugkeren! Vrijheid voor Tibet!” De mensen keken vol verbijstering toe, zwaarbewapende troepen van ME-ers, bewapende politie, gewone politie en politie in burger sloegen genadeloos met hun knuppels op hem in. Was dat om het vuur te doven of om hem te slaan?’In de maanden daarna vonden er tien zelfverbrandingen plaats, waarvan de laatste op 3 november 2011: de negenentwintigjarige Tsewang Norbu, de achttienjarige Lobsang Kelsang, de achttienjarige Lobsang Kunchok, de zeventienjarige Kelsang Wangchuk, de negentienjarige Choephel, de achttienjarige Khaying, de negentienjarige Norbu Dramdul, de achtendertigjarige Dawa Tsering; en twee nonnen: de twintigjarige Tenzin Wangmo en de vijfendertigjarige Palden Choetso.Wat betekent zelfverbranding? Staat het gelijk aan zelfdoding? Druist het niet in tegen de boeddhistische leer?De hele wereld herinnert zich tot op de dag van vandaag hoe een Vietnamese boeddhistische monnik zich ruim achtenveertig jaar geleden in brand stak in het centrum van Saigon. Hij wordt vereerd als een groot martelaar, en in het park naast de desbetreffende plek is voor hem een bronzen beeld opgericht in de vorm van de tragische scène van zelfverbranding. De woorden die deze zevenenzestigjarige monnik Thich Quang Duc achterliet luidden: ‘Voordat ik mijn ogen sluit en Boeddha zal gaan zien, smeek ik de president compassie te tonen voor het volk en zijn belofte waar te maken om alle religies gelijke rechten te geven… Ik roep alle gelovigen en de volgelingen van het boeddhisme op om indien nodig opofferingen te brengen ter bescherming van het boeddhisme.’ Dat is precies het ideaal dat de tien Tibetaanse monniken en nonnen hebben willen uitdrukken door hun zelfverbranding.In de paar maanden na de dood van Thich Quang Duc staken nog zes andere monniken en nonnen zichzelf in brand op de straten van Vietnam. Een hooggeplaatste Vietnamese monnik, die een heel nauwkeurige uitleg gaf, kenschetste het gedrag van de martelaren als volgt: ‘De media spreken van zelfmoord, maar dat is het in wezen helemaal niet. In de brief die deze monniken achterlaten leggen ze uit dat het hun er alleen om gaat de mensen wakker te schudden, tot de onderdrukkers door te dringen, en de hele wereld op te roepen om zich het lot van het vervolgde Vietnamese volk aan te trekken… Met al hun kracht en vastbeslotenheid willen ze tonen dat zij bereid zijn de grootst mogelijke pijn te doorstaan om hun volk te beschermen… Wie zo’n ideaal uitdrukt door middel van zelfverbranding moet niet worden beschouwd als destructief, maar is juist heel constructief: hij is bereid te lijden en zelfs te sterven voor het volk. Dat is iets heel anders dan zelfmoord.’In feite zijn juist de alleenheerschappij en het schrikbewind onmenselijk, zij zijn het die de lichamen van de praktiserende monniken en de gewone mensen in brand steken! De Franse Tibetologe Katia Buffetrille, die kortgeleden nog naar Tibet is geweest, heeft helemaal gelijk wanneer ze zegt: ‘De monniken in het Kirtiklooster zijn inmiddels volkomen wanhopig, omdat de omstandigheden daar onophoudelijk verslechteren. Het enige antwoord van de plaatselijke autoriteiten is onderdrukking, wat de relaties alleen maar nog explosiever maakt. Er schijnen echt pamfletten rond te gaan waarin staat dat nog veel meer monniken bereid zijn om hun leven op te offeren als de situatie niet verbetert.’Vertaald door Silvia Marijnissen.http://www.nrc.nl/china/2012/01/18/tibet-brandt/
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten