maandag 17 mei 2010

Erik

‘kutkutkutkutkutkutkutkut’ Erik stak zijn wijsvinger omhoog; ‘hoor es!’. Uit duizenden herkende hij de lokroep van het kutvogeltje.

In de lente hoorde je ze weer, al die vogelgeluiden. Het schrille en broze geluid van de leeuwerik, het kordate gezang van de merel, het mitrailleurvuur van de specht. Zij verdrongen het krassende geluid van de zwarte kraai, en deden hem met de kou verdwijnen.

Niet erg. Een kraai is geen schepsel Gods. Net als de bok, de ratelslang en de schorpioen zijn zij de creaties van een ander.

‘Piele-wiet! Piele-wiet!’en ja hoor, je kon er op wachten. Daar werd de lokroep beantwoord.

Geen opmerkingen: