De Digital Giant had zijn voicemail nog niet afgeluisterd, maar wel gezien dat Gert gebeld had.
Door de telefoon gaf hij Gert, die achter zijn multi-media-apparaat gezeten was, aanwijzingen waar te klikken, en hoe het toetsenbord te beroeren. Gert volgde de instructies met een verkrampte nek. Hij had immers zijn beiden handen nodig om de ingesproken handelingen uit te voeren, en hield het kubieke telefoontoestel ( model Jan des Bouvrie) geklemd tussen oor en schouder.
Het opvolgen van de telefonische instructies leidde niet tot enig resultaat.
Computerman zou nu zelf komen opdagen, en hij zou ook een nieuwe Rauter meenemen
( Rauter? Dat is zo’n modemkastje, leerde Gert bij) Hij zou dezelfde avond nog komen, tussen 6 en 9. Gert geloofde hem.
Die avond had de familie bezoek. Een reusachtige vriend was langsgekomen voor een aangenaam verpozen.
Alweer een reus? Jawel!
Nog groter? Jawel.
‘Schaapachtig’ dat is het woord, dat past bij de lach van computerman toen hij die avond hoorde dat hij vermoord zou worden.
Woorden, uitgesproken door de Vriend. Die op waarde geschat werden. En terwijl genoten werd van een heerlijke Spaanse visschotel met rijst, waarin de conversatie de verschillende mogelijkheden en opties over het vermoorden van de computerdeskundige de revue passeerden, begon deze aan de klus. Een klus die de hele maaltijd duurde, en uiteindelijk zou eindigen in de aanschaf van een nieuwe Rauter. Een goede, gedegen Rauter! En prima beveiligd ook nog! ‘Hadden ze dat nu maar meteen gedaan’ zei de Wijsheid achteraf.
Het bedrag voor de arbeid en het nieuwe apparaat werd neergeteld, en handen (ook van de Vriend) werden geschud toen computerman vertrok. De wens werd uitgesproken dat ze elkander het komend half jaar niet meer zouden zien.
Gert hoopte het ook, van ganscher harte.
Wellicht voorlopig geen vervolg, dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten